Gemeente Utrecht. Plangebied Beurskwartier 1 te Utrecht.

DOI

BAAC heeft een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Beurskwartier 1 (parkeerterreinen Jaarbeurs P1 en Jaarbeurs P3) en voor het deelgebied Jan van Foreeststraat te Utrecht, gemeente Utrecht. De aanleiding voor het onderzoek is de herontwikkeling van deze drie deelterreinen tot woningbouwlocaties. De exacte invulling en ontwerpen van de deelterreinen zijn nog niet in detail bekend. Uitgangspunt voor dit onderzoek is verstoring van de bovengrond tot in de natuurlijke ondergrond. Dit bureauonderzoek kan worden beschouwd als een gedetailleerde actualisatie van het bureauonderzoek voor het Stationsgebied Utrecht door Bruning in 2008. Het betreft specifiek het westelijke deel daarvan en is hier aangevuld met de gegevens van de onderzoeken die na 2008 in en rond het (westelijke) Stationsgebied zijn uitgevoerd.

Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied op de stroomgordel van de Oude Rijn ligt. Een eerste (diepe) restgeul van de Oude Rijn doorkruist het plangebied ter hoogte van de Jan van Foreeststraat. De ouderdom daarvan is nog niet bekend, maar het zou kunnen gaan om dezelfde geul die in 1998 is gezien op de kruising Van Zijstweg-Croeselaan. Een tweede restgeul uit de laat-Romeinse tijd – vroege middeleeuwen (eerste vulling: zevende eeuw) doorkruist het Jaarbeursterrein ter hoogte van het plangebied Veemarktplein (locatie Wonderwoods) en het plangebied Megaplex (locatie Kinepolis). De eerste invulling van een geul die in de bouwput van de Rabobank is gezien, dateert uit de 13e eeuw en is dus laat-middeleeuws. De (nog niet gedateerde) restgeul bij de Jan van Foreeststraat/kruising Van zijstweg-Croeselaan is dieper dan die te Wonderwoods en dieper dan de Rabobankgeul. Het betreft dus mogelijk een oudere restgeul. Langs de Wonderwoods-restgeul lag het Lijnpad uit de 17e eeuw, dat tot aan de boerderij Lubbenes (een 17e-eeuwse hofstede, nog niet ontdekt) te vervolgen was. De restgeul ter hoogte van het Veemarktplein (locatie Wonderwoods) was mogelijk nog actief tot en met de laat-Romeinse tijd enbegon vanaf de 7e-8e eeuw op te vullen. Deze restgeul scheidt twee landschapstypen met een zeer verschillende ouderdom. Ten noorden van de restgeul dateren de beddingafzettingen (kronkelwaardzanden) uit de periode late bronstijd (Veemarktplein) tot midden-Romeinse tijd (Jaarbeursplein). De oeverafzettingen daarboven dateren vermoedelijk uit de Romeinse tijd tot vroege middeleeuwen. In de top van die oeverafzettingen is op de noordoostelijke hoek van het Veemarktplein (locatie Wonderwoods)een nederzetting uit de vroege middeleeuwen (8e-10e eeuw) opgegraven. Ten zuiden van de restgeul dateren de beddingafzettingen uit de volle tot late middeleeuwen en is het kronkelwaardreliëf tot in die tijd nog herwerkt. Op die afzettingen zijn nog geen vindplaatsen bekend. In het zuidelijke deel van deelgebied P3 zouden ook nog afzettingen ouder dan de middeleeuwen aanwezig kunnen zijn.

Het hele terrein lag tot zeker 1927 aan de buitenste rand van de groeiende stad Utrecht en had tot die tijd dus een sterk landelijk karakter met boerderijen, tuinderswoningen en tuindersgronden. Langs de Croeselaan lag toen nog een restant van de Blekersgracht, die deel uitmaakt van het Plan Moreelse. Die gracht is gedempt in 1931-1932. In het uiterste noorden (ter hoogte van parkeerterrein P1) was tussen 1888 en 1990 de Hojel kazerne aanwezig. Achter die kazerne zijn in de loop der tijd diverse bijgebouwen opgetrokken. In 1928 is het hele gebied ten zuiden van de Hojel kazerne heringericht tot veemarktterrein en groenteveiling, met nieuwe rooilijnen en enkele nieuwe straten en pleinen, zoals de Lubbenesserstraat (later: Veemarktplein 1-33) en het Veemarktplein. Daartoe werden de toen nog aanwezige boerderijen (waaronder hofstede Lubbenes) in het gebied gesloopt en verdwenen arbeiderswoningen uit de periode 1860-1880 en enkele boerderijen langs de Croeselaan van de kaart. Daarvoor in de plaats kwamen de Veemarkthal (1928), horeca-uitspanning De Nieuwe Veemarkt (tegenwoordig: De Korenbeurs), de slagerijvakschool (1939) en vanaf 1932 tevens nieuwe lintbebouwing langs de Croeselaan. De Markthavenstraat (later: Van Zijstweg), de Groenendaalstraat en de Fruitstraat verschenen op de kaartenvanaf 1928. De loop en richting van de Van Zijstweg zijn meerdere keren gewijzigd. Deze weg heeft pas sinds 1993 het huidige wegprofiel. Tussen 1970 en 1990 is veel oudere bebouwing in het gebied gesloopt om plaats te maken voor de parkeerterreinen P1 en P3 en de diverse hallen van de Jaarbeurs (die ook buiten het plangebied staan). Na 1985 verdween de vooroorlogse lintbebouwing langs de Lubbenesserstraat/Veemarktplein 1-33, die nu niet meer bestaat. De Hojelkazerne uit 1888 werd pas in 1990 gesloopt, net als de toen nog aanwezige lintbebouwing uit de jaren ’20-’30 langs het noordelijke deelvan de Croeselaan (nu: kantorencomplex ‘Hojel City Centre’).

Op basis van het bureauonderzoek geldt voor het gehele plangebied een hoge archeologische verwachting. Specifiek per deelgebied en per periode worden de volgende archeologische resten verwacht: A. Deelgebied P1 (parkeerterrein Jaarbeurs P1) 1. De periode late bronstijd tot en met volle middeleeuwen Op de voormalige bouwlandpercelen ten noorden van het Lijnpad kunnen in de top van de (naar verwachting weinig afgetopte) kronkelwaardafzettingen nederzettingssporen en vondsten voorkomen vanaf circa 50-100 cm -mv (onder een ophoogdek uit 1928). Gezien de ouderdom van de oudstebeddingafzettingen en de resultaten van de opgraving Veemarktplein-Wonderwoods zouden die sporen uit de late bronstijd tot en met de volle middeleeuwen kunnen dateren. De oudste sporen waren onder de oeverafzettingen goed zichtbaar en matig goed geconserveerd. Het Lijnpad begrenst de noordelijke oeverzone van een restgeul die zeker tot in de midden- of laat-Romeinse tijd actief is gebleven. De restgeul was nog watervoerend in de 8e eeuw toen daar op de noordoostelijke oever een nederzetting aanwezig was. 2. De periode late middeleeuwen Uit de late middeleeuwen zijn nog geen nederzettingen of vindplaatsen bekend. Het terrein was tot ca. 1888 (eerste bebouwing Hojel-kazerne) in gebruik als bouwland. Gezien de relatief hoge ligging van de stroomgordel was het gebied in de late middeleeuwen wel goed bewoonbaar. 3. De periode nieuwe tijd Op het perceel van de voormalige Hojel kazerne kunnen onder een relatief recent ophoogpakket (na 1990: sloop Hojelkazerne) onder parkeerterrein P1 muurresten en uitbraaksleuven van de zuidoostelijke vleugel van de Hojel kazerne uit 1888 worden verwacht, alsmede van diverse bijgebouwen die ten westen van de Hojel kazerne stonden. Rond de Hojel kazerne staat op een kaart uit 1890 een gracht aangegeven. Vanaf 1928 verscheen bebouwing langs de nieuwe straten Lubbenesserstraat / Veemarktplein 1-33 en de Industrieweg 2-10. Ook de stallen van de Veemarkt stonden mogelijk nog ter hoogte van deelgebied P1. B. Deelgebied P3 (parkeerterrein Jaarbeurs P3) 1. De periode ijzertijd-vroege middeleeuwen Uit de zone ruim ten zuiden van de restgeul die bij Wonderwoods gevonden is, zijn nog geen vindplaatsen of dateringen van afzettingen bekend. Van een smalle zone direct ten zuiden van de restgeul te Wonderwoods is bekend dat de Oude Rijn in de volle middeleeuwen nog actief was (afb. 2.2). Ten zuiden van die zone kunnen in de top van de kronkelwaardafzettingen en oeverafzettingen oudere nederzettingssporen en vondsten voorkomen vanaf de ijzertijd tot en met vroege middeleeuwen. 2. De periode volle middeleeuwen tot en met heden Op de voormalige bouwlandpercelen ten zuiden van het Lijnpad kunnen in de top van de (naar verwachting weinig afgetopte) kronkelwaardafzettingen en oeverafzettingen nederzettingssporen en vondsten voorkomen uit de volle en late middeleeuwen, vanaf circa 50-100 cm -mv (onder een ophoogdek uit 1928). Het 17e-eeuwse Lijnpad begrenst een restgeul die zeker tot in de midden- of laat-Romeinse tijd actief is gebleven. Die restgeul was nog watervoerend in de achtste eeuw. Omdat een actieve geul van zuid naar noord is gemigreerd, zijn oudere vindplaatsen ten zuiden van het Lijnpad mogelijk al geërodeerd. 3. De periode nieuwe tijd B (1650-1850) Tussen de al onderzochte plangebieden Veemarktplein-Wonderwoods en Veemarktplein-Megaplex/Kinepolis ligt langs een restgeul aldaar nog een restant van het Lijnpad uit de 17e eeuw, dat naar de hofstede Lubbenes liep. Net ten oosten van (en buiten) het plangebied liggen restanten van de met zand gedempte 17e-eeuwse Blekersgracht onder de Croeselaan. Sporen van de 17e-eeuwse hofstede Lubbenes konden worden verwacht op de locatie Veemarktplein- Kinepolis, maar zijn daar niet gevonden en blijkbaar bij de sloop in 1927 grondig verwijderd. Langs de Croeselaan zijn drie erven bekend die al op de eerste kadastrale kaarten uit ca. 1820-1832 en op kaarten van voor 1900 bebouwd zijn: het meest noordelijke erf is een boerderijcomplex uit vermoedelijk de 18e eeuw met een brug aan de Croeselaan. Dat complex is in 1927 gesloopt voorafgaand aan de herinrichting tot veemarktterrein. Een tweede erf is eveneens een boerderij die langs de Croeselaan stond en in 1927 gesloopt is. Op de hoek van de Croeselaan en de huidige Van Zijstweg (de randzone van deelgebied P3) hebben tussen ca. 1820 en 1948 bebouwing van een steenfabiek (met steenoven), een huis met erf en een brikettenfabriek gestaan op een perceel dat verder als ‘bouwland’ is aangeduid. De bebouwing op dat perceel is in de loop der tijd enkele keren gewijzigd en gesloopt. De sporen (muurresten, vloerresten, steenovenresten, kelders?, uitbraaksleuven) zullen afhankelijk van de sloopdiepte tussen 30 cm en 1 m -mv kunnen voorkomen. De oudtijdse sloopdiepten en eventuele ophogingen zijn helaas niet bekend. De noordoostelijke delen van dit perceel zijn nu bebouwd met een combinatie van kantorencomplex/ appartementencomplex (Van Zijstweg 1-15) en een appartementencomplex (Croeselaan 135-145). 4. De periode nieuwe tijd C (1850-heden) Uit de nieuwe tijd C is bebouwing van omstreeks 1860-1874 bekend direct langs de Croeselaan. In deelgebied P3 is in de periode 1928-1930 het Veemarktterrein ontwikkeld, met de Veemarkthal en omliggende diverse bebouwing, waaronder café-restaurant De Nieuwe Veehallen (later: de Korenbeurs). Langs de Croeselaan kwamen aan de oostzijde van deelgebied 3 de nog steeds bestaande woningblokken uit de jaren ’30 tot stand, net als het woonblok met de adressen Veemarktplein 42-44 (de huidige café-restaurants Miyagi & Jones en Ruig). De al gesloopte Slagerijvakschool uit 1939 stond net buiten het plangebied (locatie Veemarktplein-Wonderwoods),waar nu café-restaurant Anne is gevestigd (Veemarktplein 41).

Deelgebied De Foreest (hoek Jan van Foreeststraat-Croeselaan) 1. De periode late bronstijd tot en met late middeleeuwen In deelgebied De Foreest lag mogelijk al vanaf de ijzertijd een diepe restgeul. Dat betekent dat de kans op nederzettingen hier verwaarloosbaar is (geërodeerd en/of te nat voor bewoning). Er is beneden ca. 1,5 m -mv wel kans op het aantreffen van een intacte restgeulvulling met een waardevol vegetatiearchief en met mogelijkheden voor 14C-datering. Het is gezien de diepte van de restgeul op dit moment niet waarschijnlijk dat deze geul aansloot op de 12e-eeuwse Lijnpadrijn ter hoogte van de Rabobank en/of op de laat-Romeinse tot vroegmiddeleeuwse restgeul die gevonden is op de locatie Veemarktplein-Wonderwoods. Datering is daarom sterk gewenst. Langs de randen van de geul en eventueel in de geul zouden nog moeilijk op te sporen archeologische resten van natte contexten kunnen voorkomen (zoals beschoeiingen, visfuiken en scheepswrakken). 2. De periode nieuwe tijd De restgeul is in de loop der tijd verland, dichtgeslibd en tevens gedempt. Op de vulling van de gedempte restgeul zijn pas begin 19e eeuw (Croeselaan 30: afb. 2.4) en in de vroege 20e eeuw (jaren ’20-’30) de huizen met adressen Croeselaan 32-44 (afb. 3.7) gebouwd, die al in 1972 zijn gesloopt. De bodem is toen tot tenminste 1,5 m -mv verstoord geraakt.

De archeologische verwachting uit het bureauonderzoek kan op basis van de resultaten van het veldonderzoek gehandhaafd blijven, hoewel lokale verstoringen door historische bebouwing kunnen voorkomen. BAAC adviseert om bij bodemverstorende activiteiten die dieper reiken dan 50 cm -mv een vervolgonderzoek door middel van proefsleufonderzoek te laten uitvoeren. Voor de restgeulvulling in deelgebied De Foreest is mogelijk nog archeobotanische bemonstering en 14C-datering relevant. Bij eventuele diepe ontgravingen dient nog rekening gehouden te worden met natte-context archeologie, die alleen bij een opgraving (variant archeologische begeleiding) gedocumenteerd kunnen worden.

Adobe acrobat, 9.0

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/AR/SC4EPZ
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/AR/SC4EPZ
Provenance
Creator Tebbens, L.A.
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor Gruben, R.J.W.M.; BAAC bv
Publication Year 2023
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact Gruben, R.J.W.M. (BAAC bv)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf
Size 11939058
Version 1.0
Discipline Humanities
Spatial Coverage 's-Hertogenbosch