Een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van boringen, aan de Hoflaan-Oost te Vlaardingen, gemeente Vlaardingen (Z.-H.)

DOI

De Gemeente Vlaardingen is voornemens om in de toekomst op de onderzoekslocatie woningbouw te plegen. Voorafgaand aan de bouwplannen is, conform het Verdrag van Malta, archeologisch vooronderzoek nodig, om vast te stellen of er in het plangebied archeologische waarden aanwezig zijn. De aanleiding voor het hieronder beschreven archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van boringen, wordt gevormd door de resultaten van een archeologisch bureauonderzoek dat is uitgevoerd door het Vlaardingse Archeologie Kantoor (VLAK).In dit bureau-onderzoek werd geconcludeerd dat er onvoldoende gegevens zijn om uitspraken te doen over bewoning in de IJzertijd, Romeinse Tijd en Middeleeuwen.Het inventariserend booronderzoek dient vast te stellen of er archeologisch kansrijke gebieden aanwezig zijn binnen de onderzoekslocatie.De heer C. Vermoen van de gemeente Vlaardingen heeft aan Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) opdracht verleend voor het uitvoeren van dit inventarisend veldonderzoek (IVO) door middel van boringen.Het booronderzoek is gedurende 7 dagen in juli, augustus en september uitgevoerd.Aanbeveling:De bodemopbouw getuigt van een vrij nat afzettingsmilieu, dat waarschijnlijk altijd nat is geweest en derhalve niet geschikt voor bewoning. Er zijn geen aanwijzingen aangetroffen voor kreekruggen. Wel is er in twee boringen veraard veen aangetroffen, dat mogelijk de oostelijke begrenzing vormt van een groot veengebied ten westen en noorden van Vlaardingen, dat in de IJzertijd en de Romeinse Tijd bewoond werd. In dit venige niveau werd ook een fragment van een rib van een klein rund aangetroffen, hetgeen er op wijst dat dit veenoppervlak inderdaad werd belopen. Hiermee vormt het gebied rond die boringen (3, 4, 11) het enige archeologisch interessante deel binnen de onderzoekslocatie. Of deze waarnemingen voldoende aanleiding voor een archeologisch vervolgonderzoek vormen, is aan het bevoegd gezag om te beoordelen.Gezien de diepteligging van de veenlaag op meer dan 5 m –mv, de aanwezigheid van puinlagen in de bovengrond en de nog aanwezige bebouwing is het echter de vraag of dit gedaan kan worden via een kosten-effectieve methode. Handmatig boren is, zoals tijdens het veldwerk is gebleken, hiervoor geen geschikte methode.Mechanisch boren is wel een mogelijkheid om sediment op te boren, al zal een aqualock evenmin door de puinlaag heenkomen en een avegaar heeft als nadeel dat geen nauwkeurige beschrijving van het sediment gegeven kan worden. Zoals hierboven gezegd beslist het bevoegd gezag, in dezen de Gemeente Vlaardingen, over de aard en omvang van een eventueel archeologisch vervolgonderzoek.

Date: 2006

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xx2-q93a
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xx2-q93a
Provenance
Creator Wullink, A.J.; M. Defilet
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor b.u.l.k. archeologie, import; ARC b.v.
Publication Year 2011
Rights CC0 1.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Contact b.u.l.k. archeologie, import (DANS)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 2888062; 6592; 7275; 824; 4909
Version 1.0
Discipline Humanities