RAAP Archeologisch Adviesbureau heeft in juni 2011 een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in verband met de geplande werkzaamheden in de gemeente Haarlem.
Op basis van het bureauonderzoek geldt voor het gehele plangebied een middelhoge archeologische verwachting voor vindplaatsen (archeologische overblijfselen) uit de periode Midden Neolithicum t/m Romeinse tijd. Voor de zone met strandwal geldt voor dezelfde periode een hoge archeologische verwachting. Hierbij kan het gaan om resten van prehistorische nederzettingsterreinen, gebruiksvoorwerpen en eventuele overblijfselen. Voor de Late Middeleeuwen geldt een middelhoge archeologische verwachting en voor de Nieuwe tijd een hoge archeologische verwachting voor een boerderij.
Op basis van het veldonderzoek wordt geconcludeerd dat in het grootste deel van het plangebied het oorspronkelijke maaiveld dieper ligt dan de geplande ontgravingsdiepte van 1,8 m -NAP. In het plangebied is een strandwal afgedekt met Oude Duinen aangetroffen. De top van het Oud Duinzand is in de boringen 18 en 20 op respectievelijk 1,05 en 1,19 m -NAP aangetroffen. In deze boringen ligt de top van het Oud Duinzand binnen de geplande ontgravingsdiepte. In boring 19 is de top van het Oud Duinzand op 2,59 m -NAP aangetroffen en zal dus niet verstoord worden door de geplande graafwerkzaamheden. Boring 26 is direct ten zuiden van een op de kadastrale minuut aangegeven boerderij, ter hoogte van een dijk, gezet. In deze boring is het oude maaiveld op 1,34 m -Mv aangetroffen.