De heer Rutgerus Liebrechts, Vlaardinger, vertelt dat hij tijdens de eerste oorlogsjaren als kapper werkzaam was. In 1940 werd hij lid van het Geuzenverzet. Via zijn werk kon hij gemakkelijk met allerlei mensen een praatje maken en aan informatie komen. Deze informatie gaf hij dan weer door.Door verraad werd hij op 21 augustus 1942 opgepakt. Hij werd naar de gevangenis in Scheveningen gebracht. Na verhoor werden hij en de andere Geuzen naar de gevangenis in Utrecht gebracht. Omdat Liebrechts enkel verdachte was, werd hij samen met een aantal anderen abgetrennt en op transport gesteld naar Natzweiler. Daar werkte hij in de steengroeve, in het Lager, bij de Strassenbau en als kapper/verpleger. In dit kamp liep hij tyfus op.Toen de Amerikanen in aantocht waren, werden de gevangenen gedeporteerd naar Dachau. Ook hier werkte Liebrechts als kapper/verpleger. Door een andere gevangene werd hij besmet met vlektyfus. Hij overleefde en was zodoende immuun, waardoor hij zonder gevaar in het blok van de tyfuspatiënten kon werken.Na de bevrijding reisde hij met door een Nijmeegse verzetsbeweging geregeld vervoer terug naar Nederland.
Date Submitted: 2015-03-02