Synthegra B.V. heeft in opdracht van bedrijf XXX een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een verkennend (en deels karterend) booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Halleweg 2 te Sint Jansklooster. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen realisatie van een stal. De oppervlakte van de toekomstige bodemverstoring bedraagt 3200 m2 met een diepte van 0,8 meter beneden maaiveld. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan.

In het gehele plangebied is een redelijk intact bodemprofiel aangetroffen. Er zijn twee soorten bodemopbouw te onderscheidden: boring 1, 2 en 3 (raai 1) en boring 4, 5 en 6 (raai 2). In de boringen uit raai 1 is telkens een Ap-BC-C bodemopbouw zichtbaar. Hierin bestaat de C-horizont uit dekzand. In raai 2 is een Ap-B-BC-C opbouw zichtbaar, waarbij de C-horizont bestaat uit Keileem (alleen in boring 6 zit er op het keileem nog een dunne laag dekzand). De boringen uit raai 2 zijn daarom karterend geboord. Hieruit zijn echter geen resultaten gekomen, behalve een hoop natuurlijk vuursteen. Nederzettingsresten uit het neolithicum tot en met de Romeinse Tijd bestaan niet alleen uit fragmenten aardewerk, maar ook uit diepere sporen zoals paalgaten en afvalkuilen. Deze sporen kunnen tot in de C-horizont reiken en zijn mogelijk nog intact. De vrij intacte bodemopbouw zorgt ervoor dat er direct onder de geploegde laag mogelijk nog resten aanwezig zijn uit de periode Neolithicum-Romeinse Tijd.

Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied zoals omschreven in de vergunningsaanvraag geen nader archeologisch onderzoek geadviseerd.

De verstoring die gepaard gaat met de kippenstal zal over een oppervlakte van 175 m2 tot ongeveer 0,8 meter beneden maaiveld reiken. Hierbij komen eventuele archeologische resten in gevaar, omdat deze zich al vanaf 40 centimeter beneden maaiveld voor kunnen doen. Op het totaal te ontwikkelen oppervlakte van 3200 m2 betreft dit circa 5,5%,. Indien conform de criteria 12% van de 3200 m2 onderzocht dient te worden middels een proefsleuvenonderzoek zal dit aandeel (384 m2) meer verstoringen te weeg brengen dan met de realisatie van de kippenstal zal aangericht worden. Bovendien blijft de 175 m2 aan te verstoren oppervlakte met betrekking tot de funderingsplaten ruim onder de vrijstellingsgrens van 2500 m2 zoals vastgesteld in het bestemmingsplan. Al deze argumenten afwegend adviseert Synthegra ondanks de hoge verwachting geen vervolgonderzoek.