Onderzoeksgebied Parkeergarage Het Lichtruim, plangebied Melkweg te Bilthoven Gemeente De Bilt Archeologisch onderzoek: een proefsleuvenonderzoek en opgraving

DOI

In opdracht van de gemeente De Bilt heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in april 2014 aan de Melkweg te Bilthoven een proefsleuvenonderzoek en enkele weken daarna een opgraving uitgevoerd. Tijdens dit onderzoek zijn archeologische resten gevonden uit de (Late Middeleeuwen en) de Nieuwe tijd en mogelijk uit de Prehistorie. Het gaat om greppels, paalkuilen en karrensporen. De greppels behoren bij het perceelsindelingssysteem dat in ieder geval vanaf begin 19e eeuw, maar waarschijnlijk al eerder in het onderzoeksgebied aanwezig was. Vermoedelijk waren de greppels tevens bedoeld voor ontwatering van de hier gelegen akkers en weilanden. Volgens projectie op historische kaarten behoorde het oostelijk deel van het onderzoeksgebied tot het land van de zuidelijker gelegen boerderij Brandenburg. Enkele paalkuilen uit de Nieuwe tijd liggen in een rij langs een van de greppels en behoorden vermoedelijk tot een hekwerk. De karrensporen lopen in drie verschillende richtingen, waarvan er één parallel is aan de greppels. De weg(en) waartoe de karrensporen behoren, zijn niet afgebeeld op de kadastrale minuut. Dat kan zijn omdat ze ouder zijn en rond 1800 niet meer in gebruik waren, of omdat het gaat om minder intensief gebruikte paden voor landbouwverkeer zoals hooiwagens of mestkarren. De karrensporen kunnen al vanaf het begin van de ontginningen of kort daarna (Late Middeleeuwen) in gebruik zijn geweest. In één van de karrensporen is aardewerk uit de 12e/13e eeuw gevonden. Voor een nederzetting in of vlakbij het onderzoeksgebied zijn geen aanwijzingen gevonden, hoewel de aanwezigheid van karrensporen in verschillende richtingen erop kán wijzen dat er een huisje in de buurt stond en dat de karrensporen niet alleen de weerslag zijn van landbouwverkeer. Behalve de sporen uit de Nieuwe tijd zijn er mogelijk prehistorische kuilen gevonden. Het is echter ook mogelijk dat het natuurlijke sporen betreft die te relateren zijn aan een in het onderzoeksgebied voorkomende vegetatiehorizont. Die zou dan uit het Boreaal (Vroeg-Mesolithicum) kunnen dateren, gezien de 14C-datering van houtskool uit een van de mogelijk prehistorische kuilen in deze periode. Door het ontbreken van prehistorisch vondstmateriaal is het niet mogelijk te bepalen of de sporen natuurlijk of antropogeen zijn. De archeologische resten zijn afgedekt door een esdek. Op basis van botanische analyse van het esdek en van twee van de greppels kan worden gezegd dat er in de omgeving van de greppels granen, gerst/tarwe, rogge en boekweit werden verbouwd. De vondst van witte paardenkastanje in een greppel onder het esdek duidt erop dat het esdek pas na 1600 is aangelegd. Dit komt overeen met de datering in de midden- en/of late Nieuwe tijd (1650 tot 1945) van een groot deel van het vondstmateriaal in het esdek. Met deze opgraving is het onderzoek in het onderzoeksgebied en daarmee ook in het plangebied afgesloten. De resultaten wijzen er op dat in aangrenzende gebieden buiten het onderzoeksgebied met behoudenswaardige resten rekening gehouden moet worden. Daarom wordt aanbevolen archeologisch onderzoek uit te voeren indien ontwikkelingsplannen voor aangrenzende gebieden worden beoogd.

Date: 02/04/2014 (veldwerk)

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-z6c-7zbj
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-z6c-7zbj
Provenance
Creator H.M. Molthof
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor j.w. Brand; RAAP Archeologisch Adviesbureau
Publication Year 2017
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact j.w. Brand (Raap Archeologisch Adviesbureau)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 8354; 7496; 812; 8357; 3040030
Version 1.0
Discipline Humanities