In opdracht van Huis-Tech B.V. heeft ArGeoBoor een bureauonderzoek en een verkennend booronderzoek uitgevoerd op de locatie Marienwold te Steenwijkerwold (Gemeente Steenwijkerland). De aanleiding van het onderzoek is de voorziene nieuwbouw van vier woningen. De oppervlakte van de te onderzoeken locatie bedraagt 1.338 m2. Bij de nieuwbouw bestaat de kans dat de bodem geroerd wordt op plaatsen waar dit mogelijk nog niet eerder gebeurd is. Eventueel aanwezige archeologische resten kunnen hierbij worden verstoord. Het onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van een omgevingsvergunning. Het plangebied ligt op de archeologische beleidskaart van de gemeente Steenwijkerland binnen een zone die is aangeduid als een gebied met een hoge archeologische verwachting. Uit het bureauonderzoek komt naar voren dat in het plangebied een hoge archeologische verwachting geld voor resten uit de steentijd en voor resten uit de late middeleeuwen/1e helft van de nieuwe tijd. De archeologische verwachting voor resten van vroege landbouwers wordt laag geacht. Deze lage verwachting is gebaseerd op een hoge grondwaterstand en de relatief late ontginning van het gebied op basis van historische bronnen. Archeologische resten worden verwacht direct onder de bouwvoor. Mogelijk zijn resten aangetast door bouw- en sloopwerkzaamheden van het voormalige schoolgebouw. Uit het verkennend booronderzoek is gebleken dat de bodemopbouw tot circa 70 cm-mv bestaat uit opgebrachte grond. Hieronder ligt een oude bouwvoor. De bodem in het plangebied is geroerd tot een diepte van minimaal 105 cm –mv. De bouwvoor gaat scherp over in roestige keileem. Het voorkomen van grind in de bouwvoor is een aanwijzing dat de top van de keileem laag is aangetast. Dit heeft als gevolg dat ondiepe sporen verloren zullen zijn gegaan. Eventuele diepere grondsporen zoals: diepere greppels, waterputten, afvalkuilen, paalkuilen etc. kunnen nog best onder de geroerde bodemlagen aanwezig zijn en waardevolle archeologische informatie bevatten. Resten van jagers– en verzamelaars, die normaliter meer aan de oppervlakte liggen, hoeven niet meer verwacht te worden. Eventuele archeologische resten zullen zich waarschijnlijk beperken tot de perioden late middeleeuwen en 1e helft van de nieuwe tijd. Bij de voorziene nieuwbouw zijn geen werkzaamheden voorzien tot in de ongeroerde keileem laag. Eventuele archeologische resten worden niet bedreigd. Op basis van het bureauonderzoek en het verkennend booronderzoek wordt aanbevolen om geen archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren binnen het plangebied. Mocht er in de toekomst dieper gegraven worden dan 105 cm-mv dan kunnen hierbij alsnog archeologische grondsporen verloren gaan. In dat geval wordt, afhankelijk van de omvang van de graafwerkzaamheden, een gravend archeologisch onderzoek door middel van proefsleuven aanbevolen om na te gaan in hoeverre nog grondsporen onder de huidige bouwvoor aanwezig zijn.
Issued: 2015-04-29