In opdracht van de gemeenten Tiel en Neder-Betuwe heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in de periode van februari tot april 2012 een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in verband met de geplande ontwikkeling van bedrijventerrein Medel 2 te Echteld, in de gemeente Neder-Betuwe.
Afgelopen decennium is in het Tielse deel van het plan Medel (Medel 1 en Medel 1A) een groot aantal archeologische onderzoeken uitgevoerd. Het geheel aan archeologische onderzoeken in de directe omgeving van het plangebied heeft een schat aan informatie opgeleverd. Zo zijn diverse vindplaatsen ontdekt (en deels) opgegraven. De vindplaatsen hebben betrekking op diverse perioden en verschillen in type vindplaats en omvang. Op basis van eerder verricht bureauonderzoek is een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld voor het plangebied, waarbij onderscheid is gemaakt in een zone met afzettingen van de meandergordel van Echteld (zuidelijk gebied) en een zone waar kom en kleiige oeverafzettingen aanwezig zijn (noordelijk gebied).
Het veldonderzoek betrof in eerste instantie een verkennend booronderzoek, waarna een aantal gedetailleerde dwarsdoorsneden is vervaardigd. Vervolgens is in een deel van het plangebied een karterend booronderzoek uitgevoerd. In totaal zijn er circa 250 boringen uitgevoerd.
Middels de resultaten van het veldonderzoek is een beter beeld verkregen van de landschappelijke opbouw van het gebied. Zo is de ligging van de restgeul van de meandergordel van Echteld vastgesteld en is inzicht verkregen in de zanddieptes binnen de kronkelwaardgebieden. Verrassend en verhelderend bleek de opbouw van het komgebied, waar juist sprake is van in de komafzettingen ingebedde oever- en/of crevasseafzettingen dan wel van komafzettingen die worden afgedekt door dergelijke afzettingen. Het resultaat is een dynamische landschappelijke opbouw en daarmee een gebied waar op meerdere niveaus en in verschillende zones bepaalde typen archeologische vindplaatsen te verwachten zijn dan wel met het veldonderzoek zijn aangetoond. Hierbij moet worden gedacht aan vindplaatsen vanaf het Neolithicum (of eventueel zelfs Laat Mesolithicum) tot en met Nieuwe tijd.
De resultaten van het onderzoek hebben geleid tot de aanbeveling dat in een achttal zones nader archeologisch onderzoek nodig is in de vorm van een karterend dan wel waarderend proefsleuvenonderzoek.
