In op dracht van het Rijksvastgoedbedrijf heeft Archol bv een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd naar een onderzoeksgebied aan de Brasserskade 227a in Den Haag, gemeente Den Haag. Het gaat hierbij om een kazerneterrein die momenteel in gebruik is als hoofdonderkomen voor het Civil-Military Cooperation Centre of Excellence (CCOE). Het onderzoeksgebied is gelegen op getijdeafzettingen van het Wormer Laagpakket waaronder in het zuidwesten ook een oud duin (Laagpakket van Ypenburg) aanwezig is. Op het duintje kan gedurende het neolithicum bewoning aanwezig zijn geweest. Echter, gezien de relatief lage ligging van het onderzoeksgebied (ca. 3,5 m -NAP) en de verstoring die de huidige bebouwing eventueel heeft veroorzaakt is de verwachting voor deze periode laag. Het terrein is gedurende de late prehistorie tot en met de vroege middeleeuwen onderdeel geweest van een uitgestrekt en over het algemeen onbewoonbaar veenmoeras. De kans op het aantreffen van sporen uit deze periode is laag. In de late middeleeuwen wordt het gebied vervolgens ontgonnen. In de nieuwe tijd is het gebied vervolgens verveend waarbij een deel onder water kwam te staan en dus is verstoord. Er zijn wel een paar smalle aantal stroken land intact gebleven, met name direct langs de Brasserskade. Hierop is op historisch kaartmateriaal tot aan de 20e eeuw echter geen bebouwing te zien. Er is een lage verwachting op sporen uit de periode tot de 20e eeuw. Op historische foto’s is halverwege de 20e eeuw wel bebouwing te zien, deze staan deels nog op het terrein. Ook zijn er ten noorden van het onderzoeksgebied diverse sporen uit de Tweede Wereldoorlog te herkennen, zoals loopgraven. Binnen het onderzoeksgebied zijn deze niet herkend. De verwachting op het aantreffen van sporen uit de 20e eeuw wordt dan ook hoog geacht maar zullen vooralsnog geen nieuwe informatie opleveren. Advies Op basis van het bureauonderzoek naar het onderzoeksgebied aan de Brasserskade 227a in Den Haag wordt geadviseerd om bij toekomstige geen archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren. Mocht er tijdens toekomstige werkzaamheden toch archeologische sporen worden aangetroffen dan dient het bevoegd gezag (de afdeling Archeologie van de gemeente Den Haag) hiervan op de hoogte te worden gesteld, conform de Erfgoedwet. Ondanks dat het bureauonderzoek met alle zorgvuldigheid is opgesteld is niet uitgesloten dat er onverhoopt toch archeologische resten aanwezig blijken te zijn. Indien er bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht archeologische resten worden aangetroffen, dan dient hiervan conform artikel 5.10 en 5.11 van de Erfgoedwet melding gedaan te worden bij het bevoegd gezag. Dit rapport is ter toetsing voorgelegd aan het de gemeente Den Haag ter toetsing. Deze heeft medegedeeld dat voor het terrein formeel geen onderzoeksverplichting geld in het vigerende bestemmingsplan (d.d. 7 mei 2020) en daarom geen formele toetsing van het rapport zal plaatsvinden. Het rapport wordt wel als inhoudelijk stuk geaccepteerd ten behoeve van actualisaties van de AWVK van de gemeente.
Date: 2020-05-11