Eersel ligt in het midden van de Brabantse Kempen en maakt samen met Duizel, Hulsel, Knegsel, Netersel, Reusel, Steensel en Wintelre deel uit van de Zaligheden. Het plangebied Eersel-Kerkebogten is een ca. 22 ha groot nieuwbouwplan aan de zuidzijde van Eersel. In Kerkebogten zullen uiteindelijk 280 woningen en een zorgcomplex worden gebouwd waarvan inmiddels (2009) een fors deel gerealiseerd is. Voorafgaand aan de nieuwbouw vond op het terrein archeologisch onderzoek plaats dat begonnen is met vooronderzoek in de jaren 2003-2005. Tijdens dit vooronderzoek werd duidelijk dat bij de nieuwbouw onherroepelijk behoudenswaardige archeologische resten verloren zouden gaan. In reactie hierop besloot de gemeente Eersel dat een fors deel van het terrein voorafgaand aan de bouw opgegraven moest worden zodat de in de bodem liggende informatie over bewoning en gebruik van het gebied zo veel mogelijk bewaard blijft. Tijdens het inventariserend archeologisch veldonderzoek kwamen over het gehele gebied verspreid archeologische resten aan het licht. Het ging bij deze archeologische resten vooral om grondsporen en vondsten die de neerslag vormen van agrarische nederzettingen en het omliggende cultuurland: plattegronden van boerderijen en bijgebouwen, spiekers, waterputten, waterkuilen, verkavelingpatronen, sloten en wegen. Hoewel de nederzettingssporen uit verschillende perioden over het gehele plangebied verspreid voorkomen, tekende zich een viertal zones af (fig. 2.2): de zones A en C met overwegend sporen uit de Vroege- tot Midden IJzertijd (775-250 voor Chr.); zone B met sporen die vooral in de Volle Middeleeuwen (1000-1300 na Chr.) dateren; zone D met sporen die overwegend in de Late IJzertijd – vroeg-Romeinse tijd (250 voor -70 na Chr.) te dateren zijn. Daarnaast werden verspreid over het gehele terrein relicten aangetroffen uit de Nieuwe Tijd (1500 na Chr. –heden). Na analyse van de uitkomsten van het proefsleuvenonderzoek werd aanbevolen om de archeologische waarden in Kerkebogten niet verloren te laten gaan maar in situ te behouden tenzij andere maatschappelijke belangen daardoor ernstig in het gedrang zouden komen.
