In opdracht van De heer F. Mars heeft Lycens BV een opgraving, variant archeologische begeleiding uitgevoerd in het plangebied Borgweg 1, Stedum te Stedum. In het plangebied wordt op de bestaande locatie nieuwbouw uitgevoerd De vraagstelling van het onderzoek was gericht op de lokale bodemopbouw en landschappelijke context, de aard, functie en samenhang van sporen en structuren (in het bijzonder stenen resten van de borg), de aard en context van aangetroffen mobilia en paleo-ecologische resten en de relevantie van de aangetroffen resten ten opzichte van bredere onderzoeksthema’s binnen het Noord-Nederlandse kleigebied. In totaal zijn 23 onderzoeksvragen geformuleerd.Het veldonderzoek bestond uit twee fasen, namelijk een sloopbegeleiding van de ondergrondse fundering en kelders en een begeleiding van de ontgraving van de bouwkuip ten behoeve van de nieuwbouw. Tijdens het veldonderzoek is een werkput aangelegd, waarbij vlaksgewijs werd verdiept tot het archeologisch relevante niveau.In de top van het pakket zijn verschillende ophogingslagen aanwezig, die vermoedelijk uit de nieuwe tijd dateren. De dieper gelegen humeuze lagen S9004-S9005 vertegenwoordigen een ouder kwelderniveau dat mogelijk sporen van vertrapping vertoont. De lagen bestaan overwegend uit zandige of sterk siltige klei. De pakketten dateren mogelijk uit de ijzertijd, Romeinse tijd of vroege middeleeuwen. Er zijn geen sporen aangetroffen. Tijdens het uitgraven van de bouwkuip zijn twee verstoringen aangetroffen, namelijk de insteek van de, kort daarvoor verwijderde, kelder en een ingraving van de riolering van het gesloopte pand. Er zijn tijdens de onderzoeken vondsten van diverse materiaalcategorieën verzameld (Tabel 1). Tijdens de opgraving zijn 11 vondsten geborgen met een totaalgewicht van 273,2 gram. Het vondstmateriaal is deels verzameld uit de stort en deels in de verstoorde, puinhoudende ophogingslaag spoor 9001, tijdens machinaal verdiepen naar vlak 1. Het bouwkeramiek (N=5) vormt de grootste vondstcategorie. Het gaat voornamelijk om kleine stukken baksteen met een oranjerode tot rode kleur. Het gaat mogelijk om fragmenten van kloostermoppen uit de late middeleeuwen, of van een jongere baksteen uit de nieuwe tijd. Verder is een zwartgeglazuurd fragment van een dakpan aangetroffen uit de 18e of 19e eeuw. Verder is in laag 9001 een bodemfragment roodbakkend aardewerk aangetroffen (Afb. 17). Het fragment betreft de voet van een kleine pot, is dubbelgeglazuurd en bevat een gele sliblaag aan de binnenzijde In totaal is één fragment glas aangetroffen in de stort (Afb. 18). In totaal zijn drie stuks botmateriaal aangetroffen (Afb. 19). Tenslotte is één lepel aangetroffen in laag 9001.Het veldonderzoek aan de Borgweg 1 heeft geen sporen van een schathuis opgeleverd, noch andere sporen die direct te relateren zijn aan het borgterrein. Wel is een antropogeen ophogingspakket aangetroffen dat zeer waarschijnlijk samenhangt met de inrichting en bewoning van het borgterrein in de 17e – 19e eeuw. Met name S9001 bevat naast puin- en mortelresten ook sporen van huishoudelijk afval, zoals fragmenten dierlijk bot, een fragment roodbakkend aardewerk en een handgevormde, glazen flessenmond. Daarbij moet wel worden vermeld dat S9001 ook veel stukken recent puin bevatte, wat waarschijnlijk het gevolg is van recente verstoring door de bouw van de huidige woning.Met betrekking tot de aanbevelingen/bevindingen uit onderhavig onderzoek dient contact opgenomen te worden met de bevoegde overheid, in dit geval de gemeente Eemsdelta