RESULTATEN BUREAUONDERZOEK: Het bureauonderzoek toonde aan dat er zich mogelijk archeologische waarden in het plangebied zouden kunnen bevinden vanaf de Prehistorie. Het bouwdossieronderzoek toonde aan dat onder de bestaande, te slopen stal de bodem verstoord is tot op de C-horizont. Ten noorden van de stal, op het erf is verstoring niet vastgesteld. Daarom is aansluitend een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in de vorm van een karterend booronderzoek. RESULTATEN VELDONDERZOEK: Wat betreft landschappelijke ligging en verwacht oorspronkelijk bodemtype geeft het booronderzoek deels een overeenstemmend beeld met dat wat verwacht werd op basis van het bureauonderzoek. Voor het oostelijk deel is sprake van een afwijkende bodemsamenstelling. Hier is sprake van een beekdalbodem waarin zandige klei (sediment) is afgezet en waarin na kanalisatie van de Berkel een beekeerdgrond is gevormd. Deze beekeerd is door subrecente graafwerkzaamheden (de aanleg van het erf met verharding in 1969) vermengd geraakt met de top van de (beek)kleiafzettingen.