In opdracht van Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V. te Hengelo heeft ADC ArcheoProjecten in mei en juni 2013 een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek uitgevoerd op een beoogd leidingtracé dat zich uitstrekt in het buitengebied van de gemeentes Hengelo en Enschede.Op basis van het bureauonderzoek werd de volgende gespecificeerde verwachting geformuleerd: Het westelijke tot centrale deel van het tracé doorsnijdt de landschappelijke eenheid ‘grondmorene, bedekt met dekzand’. In de top van het dekzand is een veldpodzolgrond gevormd. Ter hoogte van dit deel van het tracé kunnen archeologische resten voorkomen uit de perioden vanaf het Paleolithicum tot en met de Nieuwe tijd. In het centrale tot oostelijke en het uiterste zuidelijke deel bevinden zich naar verwachting beekdalbodems (mogelijk afgewisseld door veldpodzolgronden). In dit deel worden archeologische resten verwacht uit perioden vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met de Nieuwe Tijd.Teneinde deze verwachting te toetsen werd in de zones met een op de beleidskaart middelhoge en hoge archeologische verwachting het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Conform het vigerende beleid van de gemeentes Hengelo en Enschede zijn de zones met een lage archeologische verwachting niet verder onderzocht.In de lagere delen zijn beekeerdgronden en gooreerdgronden aangetroffen, wat een aanwijzing is voor relatief hoe grondwaterstand. Dergelijke landschappelijke zones werden in het verleden niet bij voorkeur uitgekozen voor bewoning en/of landbouw en hebben in het algemeen een lage archeologische potentie. Voor de hoger gelegen delen van het landschap met podzol-en enkeerdgronden, zones waaraan een hoge archeologische verwachting wordt toegeschreven, wordt geadviseerd bij de aanleg van de leidingensleuf in een archeologische begeleiding te voorzien.