KSP Archeologie heeft een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek, verkennende fase uitgevoerd voor de locatie op de hoek van de Munitiestraat en de Lange Horst in Neerkant (gemeente Deurne). Het onderzoek is uitgevoerd voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de nieuwbouwplannen. Het doel van het archeologisch bureauonderzoek was het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Op de gemeentelijke, archeologische verwachtingskaart is aan het plangebied grotendeels een hoge archeologische verwachting toegekend. Deze verwachting is gebaseerd op de ligging binnen de bufferzone van een historisch woonerf ten zuidwesten van het plangebied. Op basis van het cultuurhistorisch landschap wordt in het plangebied geen huisplaats uit de Late Middeleeuwen (vanaf de 13e eeuw) verwacht. Sporen van het naastgelegen nieuwetijdse erf worden ook niet binnen het plangebied verwacht, omdat het woonhuis aan de overkant van de weg heeft gelegen. De noordelijke strook van het plangebied is op de gemeentelijke, archeologische verwachtingskaart onderdeel van een middelhoge verwachtingszone. Deze verwachting is gebaseerd op de ligging binnen een laaggelegen dekzandvlakte. Op basis van de landschappelijke ligging in de laaggelegen vlakte geldt deze middelhoge verwachting voor het hele plangebied, maar dan wel specifiek voor off-site sporen die samenhangen met bewoning op de naastgelegen hoge dekzandruggen in de periode Neolithicum tot en met de Volle Middeleeuwen (tot in de 13e eeuw). Het kan hierbij gaan om sporen en vondsten van jacht- en voedsel verzamelen (bijvoorbeeld pijlpunten, klemmen), rituele deposities en agrarische activiteiten (greppels, kuilen e.d.). Tot op heden zijn op de dekzandrug van Neerkant nog geen (overtuigende) prehistorische sporen gevonden.
Vervolgens is deze verwachting getoetst door middel van een inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Tijdens het booronderzoek zijn in het plangebied (deels) intacte laarpodzolgronden aangetroffen. Dit betekent dat het potentiële archeologische sporenniveau in de top van de C-horizont ook intact is. Op basis hiervan blijft de middelhoge verwachting voor off-site sporen uit het Neolithicum tot en met de Volle Middeleeuwen (tot in de 13e eeuw) gehandhaafd. In het zuidoostelijke deel van het plangebied is de bodem geheel afgegraven en wordt de verwachting naar laag bijgesteld. De resultaten van het booronderzoek geven geen aanleiding om de lage verwachting voor vuursteenvindplaatsen uit het Laat-Paleolithicum – Neolithicum en resten uit de Late Middeleeuwen (vanaf de 13e eeuw) tot en met de Nieuwe tijd bij te stellen. Op basis van de bijstelling van de archeologische verwachting adviseert KSP Archeologie geen vervolgonderzoek voor de voorgenomen bodemingrepen die nodig zijn om het nieuwbouwplan te realiseren.