ADC ArcheoProjecten heeft in december 2019 en maart en april 2020 een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Overboeicop 26 te Schoonrewoerd, gemeente Vijfheerenlanden. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen sanering van de huidige bebouwing en de nieuwbouw van een woonhuis met bijgebouw. Hiervoor is een aanpassing van het bouwvlak noodzakelijk. Op basis van het bureauonderzoek is vastgesteld dat er vermoedelijk een vindplaats aanwezig is in het plangebied. Het gaat hier om resten van historische bebouwing en aanverwante sporen en vondsten die mogelijk teruggaan tot in de Late Middeleeuwen. Op de verwachtingskaart van de gemeente is het gebied aangemerkt als historische ontginningsas en is binnen het plangebied, op de locatie waar momenteel het woonhuis aanwezig is, sprake van een woonheuvel. Op het minuutplan van de gemeente Schoonrewoerd uit 1823 is reeds ter plaatse van de woonheuvel bebouwing aanwezig. Het huidige woonhuis en het bijgebouw stammen uit de jaren 50/60 van de vorige eeuw en zijn gebouwd op de resten van één of meerdere voorgangers. De oever- en beddingafzettingen van de Achthovense meandergordel worden, op basis van de verwachte diepteligging, door de voorgenomen ontwikkelingen niet bedreigd. Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen is in het plangebied een booronderzoek uitgevoerd. Vanwege de geringe omvang van de locatie is besloten de verkennende fase te combineren met de karterende fase van het booronderzoek. Uit het booronderzoek blijkt dat de ondergrond hoofdzakelijk uit pakketten komklei (Formatie van Echteld) en veen (Formatie van Nieuwkoop) bestaat. Onderin de boringen 2 t/m 7 zijn kleiige oeverafzettingen (Formatie van Echteld) aangetroffen, die mogelijk verband houden met de Achtenhovense meandergordel. Omdat een vegatiehorizont ontbreekt, worden deze afzettingen niet als een archeologisch relevante eenheid beschouwd. In de boringen 4 t/m 8 en 10 zijn de komafzettingen afgedekt met een 25 à 45 cm dik pakket puinhoudende klei, dat als een erfophoging wordt geïnterpreteerd. Een dergelijk pakket is gezien de ligging van het plangebied als archeologisch relevant te beschouwen. Echter, op grond van de geringe dikte van het pakket alsook de samenstelling en de datering van het erin aangetroffen vondstmateriaal, hoofdzakelijk (sub)recent bouwpuin, is een relatie met een (veronderstelde) laatmiddeleeuwse woonheuvel niet aannemelijk. Vermoedelijk is hier sprake van een pakket dat in de jaren 50/60 van de vorige eeuw is opgebracht ten behoeve van de oprichting van het huidige woonhuis en de bijgebouwen. Eventuele oudere bewoningsresten zullen als gevolg van bouw- en sloopwerkzaamheden niet meer intact aanwezig zijn.