Er zijn in het zuidwestelijke deel van het plangebied geen enkeerdgronden aangetroffen. Dit betekent dat de conservering van eventueel aanwezig archeologische sporen minder goed zal zijn dan bij de aanwezigheid van enkeerdgronden. Slechts in twee boringen (1 en 4) is een deel van de oorspronkelijke veldpodzolbodem aangetroffen. In de andere boringen was sprake van een verstoord bodemprofiel (boring 2 en 3) dan wel een AC-profiel (boring 5 en 6). Ook de landschappelijke ligging in een golvende dekzandvlakte zonder open water in de directe omgeving is minder gunstig om archeologische vindplaatsen aan te treffen gezien de ligging van hoger terreindelen (ten westen, noordwesten en oosten) in de omgeving van het plangebied.Op grond van de resultaten van het onderzoek acht Archeodienst BV een archeologisch vervolgonderzoek niet noodzakelijk.
Date: 2013-10-19 (uitvoering)