In opdracht van de gemeente ‘s-Hertogenbosch heeft BAAC tussen 30 augustus
en 5 oktober 2021 een proefsleuvenonderzoek en opgraving (variant archeologische
begeleiding) uitgevoerd tijdens de herinrichting van de Nieuwstraat
te ‘s-Hertogenbosch. In de Nieuwstraat werden de toog van de brug over de
Binnendieze en een brugdek hersteld, een nieuwe riolering aangelegd en
een ondergrondse afvalcontainer geplaatst, en werden enkele boomkuilen
gegraven.
Het onderzoeksgebied maakte tot 1629 deel uit van het Predikherenklooster.
Na de opheffing van het klooster werd rond 1641 de Nieuwstraat aangelegd.
Het onderzoeksgebied is een wettelijk beschermd gemeentelijk archeologisch
monument.
In enkele boringen werd de natuurlijke ondergrond aangetroffen gelegen op
2,35 m +NAP, (ongeveer 3,65 m onder het huidige maaiveld); op deze hoogte
bestaand uit veen. In de periode 1350/1400-1450 werd het maaiveld opgehoogd
tot 4,50-4,75 m +NAP in het zuidelijke deel van het onderzoeksgebied, aflopend
tot 3,00 m +NAP in het noordelijke deel.
In de periode 1450-1550 werd het maaiveld in het zuidelijke deel verder
opgehoogd tot omstreeks 5,25 m +NAP, terwijl in het noorden deze hoogte
pas in de periode 1550-1650 werd bereikt. Na de aanleg van de Nieuwstraat, na
omstreeks 1650, kwam het maaiveld overal vermoedelijk al snel op 5,80-6,00 m
+NAP te liggen; op ongeveer dezelfde hoogte als tegenwoordig.
Tijdens het onderzoek werden enkele kleine restanten van bebouwing
behorend tot het Predikherenklooster aangetroffen, waaronder een deel
van de fundering van de muur langs het pad naar de kerk, om het kerkhof.
Uit de periode na de aanleg van de Nieuwstraat dateert een goot die
afwaterde in de Groote Stroom.
In het zuiden van het onderzoeksgebied werd de brug over de Groote
Stroom vrijgelegd, waarin verschillende fasen konden worden onderscheiden.
Het gaat om een deel van een oudere kademuur of landhoofd,
een mogelijk restant van een oudere toog en de twee togen die de
tegenwoordige brug vormen: de toog van de aanvankelijke smalle brug en
de toog waarmee de brug aan het eind van de 19e eeuw of het begin van
de 20e eeuw verbreed werd.