In opdracht van de heer R. de Leeuw heeft RAAP in oktober 2022 een archeologisch vooronderzoek in
de vorm van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (karterend booronderzoek)
uitgevoerd voor een plangebied aan Berghuizen 38 te Maasbommel in de gemeente West Maas en
Waal. Tijdens dit inventariserend veldonderzoek is de archeologische verwachting van het
Archeologische Monumentenkaart (AMK)-terrein 3631 - een onbepaald nederzettingsterrein uit de
ijzertijd, Romeinse tijd en late-middeleeuwen - getoetst. Het onderzoek vond plaats in het kader van
een omgevingsvergunning.
Op basis van het bureauonderzoek geldt voor het gehele plangebied een hoge verwachting voor
archeologische resten van bewoning uit de ijzertijd, Romeinse tijd en late-middeleeuwen. De eventuele
archeologische resten liggen naar verwachting vlak onder de bouwvoor, in de top van de
oeverafzettingen van de Maas, in laklagen in de komafzettingen en/of in de top van de pleistocene
afzettingen. Het plangebied ligt op zeer diepe jonge stroomruggronden en een oude bewoningsgrond.
Het uitgevoerde karterende booronderzoek bevestigt de reeds bekende archeologische verwachting
van het AMK-terrein 3631.
In 8 van de 10 boringen zijn (met uitzondering van boring 6 en 10) tussen circa 15 en 30/45 cm -mv
(variërende maaiveldhoogtes- in boring 8 op 5,4 m +NAP) diverse fragmenten steenkool, houtskool en
archeologisch (en onbepaald) puin aangetroffen. In boring 8 is op 40 cm -mv bijvoorbeeld een zeer
gefragmenteerde vroeg- tot laatmiddeleeuwse kogelpotscherf waargenomen. Onder deze laag met
indicatoren zijn in de komafzettingen, op variërende dieptes diverse laklagen waargenomen. In deze
laklagen zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen, maar kan hier nog wel een voormalig
loopvlak liggen. Hierin kunnen nog eventuele sporen van menselijke activiteit aanwezig zijn. Gezien de
diepteligging van de lagen is een datering in het neolithicum of de bronstijd het meest waarschijnlijk.
Op de locatie van de nog aanwezige bebouwing zal de cultuurlaag van het AMK-terrein zijn verdwenen,
maar is het aannemelijk dat de onderliggende laklagen nog aanwezig zijn.
Bij de geplande werkzaamheden in het plangebied zullen de eventueel aanwezige archeologische
resten worden bedreigd. Om de archeologische verwachting in het plangebied te toetsen, wordt voor
het gehele plangebied een vervolgonderzoek geadviseerd in de vorm van een karterende (en
waarderende) fase van een inventariserend veldonderzoek. Gezien de lokale prospectiekenmerken is
een proefsleuvenonderzoek hier de geëigende methode voor vervolgonderzoek.