Aanleiding tot het hier beschreven karterend booronderzoek zijn de voorgenomen bouwplannen voor het onderzochte perceel op de hoek Prinsenlaan-Ridderstraat te Emmen. Omdat deze plannen met bodemverstorende ingrepen gepaard gaan, is een archeologisch onderzoek noodzakelijk. Dit onderzoek wordt uitgevoerd conform de Erfgoedwet. De gemeente Emmen heeft MUG Ingenieursbureau b.v., afdeling Archeologie, opdracht gegeven het onderzoek uit te voeren. Voorafgaand aan het karterend booronderzoek heeft een inventariserend bureau- en booronderzoek plaatsgevonden. Het archeologisch karterend booronderzoek heeft plaatsgevonden op 23 januari 2017.Het gehele onderzoeksgebied is met een pakket van minimaal 80 cm dik opgehoogd. In de zuidwesthoek van het terrein is een met veen gevulde laagte aanwezig. De ondergrond bestaat uit dekzand waarin in tien van de veertien boringen een podzolbodem aanwezig is. Deze podzolbodem bevat op basis van de residuen van de van de podzolbodems genomen monsters geen archeologische indicatoren. Er is vooral natuursteen aanwezig, met daarnaast twee kleine fragmenten houtskool. Ook zijn een draadnagel, een brokje puin en een scherf nieuwetijds roodbakkend geglazuurd aardewerk in de monsters aanwezig die vanuit de bovengrond afkomstig zijn. Het vondstmateriaal heeft geen archeologische waarde en zal daarom worden afgestoten.Op grond van het vondstmateriaal uit de monsters zijn er geen indicaties voor de aanwezigheid van een archeologische vindplaats binnen het onderzoeksgebied. Echter, nabij het onderzoeksgebied liggen grafheuvels en een urnenveld uit de periode midden bronstijd-ijzertijd. In de omgeving van het onderzoeksgebied is in de prehistorie menselijke activiteit geweest. Binnen het onderzoeksgebied zijn intacte podzolbodems aanwezig en daarin kunnen archeologische sporen aanwezig zijn die niet met een booronderzoek zijn te lokaliseren. In het veentje kunnen (rituele) deposities aanwezig zijn die eveneens niet met een booronderzoek zijn op te sporen.Gezien de uitkomsten van het archeologisch karterend booronderzoek adviseert MUG Ingenieursbureau om binnen het onderzoeksgebied nader archeologisch onderzoek uit te voeren als in het zuidwesten bodemverstoringen plaatsvinden die dieper zijn dan 130 cm-mv, in het noordwesten als de voorgenomen bodemverstoringen dieper zijn dan 100 cm-mv en als in het zuidoosten als de voorgenomen bodemverstoringen dieper zijn dan 80 cm-mv. Zijn de voorgenomen bodemverstoringen ondieper dan de hiervoor genoemde diepten dan is geen vervolgonderzoek noodzakelijk.Het bovenstaande advies dient te worden getoetst en goedgekeurd door de bevoegde overheid, in deze de gemeente Emmen door middel van een selectiebesluit.