Meneer is in Amsterdam geboren en heeft het begin van de oorlog in Scheveningen meegemaakt. In juni 1941 is hij met zijn vader, moeder, grotere broer en jongere zus naar de Gorzen in Schiedam verhuisd. Zijn vader zette daar een bakkerij op. Hij is drie keer uitgezonden naar een boerderij in Opeinde bij Drachten, de eerste twee keer tijdens de zomervakanties van 1942 en 1943. Tijdens de hongerwinter van 1944-'45 verbleef hij langere tijd bij dezelfde boer en boerin, van november '44 tot eind juni 1945. In dezelfde boerderij waren twee onderduikers en een moeder met drie kinderen, evacués uit Zuid-Limburg. Op het einde van de oorlog was ook een groepje Duitse militairen ingekwartierd. Hij beschrijft de uitzendingen als een mooie tijd in zijn leven.
Respondentnummer 4. Document GV_Schiedam_gastgezin1_10_analyse_interview is een analyse van het interview. De documenten GV_Schiedam_gastgezin1_10_bijlagea t/m 10_bijlagec zijn afkomstig van de geïnterviewde zelf met o.a. een plattegrond van de boerderij in Friesland.