Didamseweg 19 te Angerlo, Gemeente Zevenaar. Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek, karterend booronderzoek

DOI

Inleiding. Synthegra B.V. heeft in opdracht van XXX een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een karterend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Didamseweg 19 te Angerlo. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen realisatie van een nieuwe stal. De oppervlakte van de toekomstige bodemverstoring bedraagt 2400 m2 met een diepte van 1 meter beneden maaiveld. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan. Specifieke archeologische verwachting bureauonderzoek. De gemeentelijke beleidsadvieskaart geeft voor het zuidelijke deel van het plangebied een hoge en voor het noordelijke deel een middelmatige archeologische verwachting. De Zandrug bood door de hoogte een goede vestigingsmogelijkheid. Op basis van de zanddieptekaart blijkt dat het Pleistocene zand tussen 100 tot 200 cm beneden het maaiveld zit. Hierop ligt waarschijnlijk een (deels ingedrongen) kleilaag. Aangezien het plangebied zowel naast een oud boerenerf ligt, alsmede de oude weg van Angerlo en er tevens in de omgeving van de onderzoeklocatie vindplaatsen en vondsten bekend zijn uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd, is er een hoge archeologische verwachting voor deze periodes. Het plangebied ligt in de nabijheid van de IJsselstellung, een Duitse stelling die in 1944-45 is aangelegd om een omtrekkende beweging van de Geallieerden om de Westwall tegen te houden. Op de luchtfoto van 1944 is een loopgraaf zichtbaar in de omgeving van het onderzoeklocatie. Het plangebied ligt op een Terrasrestrug afgedekt met dekzand en klei en bodemkundig betreft het Poldervaaggronden samengesteld uit klei. Gezien de ouderdom van de te verwachten afzettingen kunnen in het plangebied vindplaatsen aanwezig zijn vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met de Nieuwe Tijd. Vondsten uit het Laat-Paleolithicum en het Mesolithicum kunnen verwacht worden in eventuele bodemhorizonten in de top van het dekzand. Archeologische interpretatie veldonderzoek. Het natuurlijke bodemtype is in het centrale deel van plangebied verstoord door ploeg- of graafwerkzaamheden tot 1,2 m -Mv. Aan de westelijke en oostelijke rand zijn er minder diepe verstoringen aangetroffen (tot circa 0,5 m -Mv) maar vertoonde het bodemprofiel geen lagen met een archeologische potentie of archeologische resten. Vuursteenvindplaatsen bestaan voornamelijk uit strooiing van fragmenten vuursteen en ondiepe grondsporen, zoals haardkuilen, en bevinden zich in de bovengrond van de oorspronkelijke podzolgrond. Aangezien er geen bodemhorizonten zijn aangetroffen, zullen er geen vuursteenvindplaatsen (meer) aanwezig zijn. Nederzettingsresten uit het Neolithicum tot en met de Nieuwe Tijd bestaan niet alleen uit fragmenten aardewerk, maar ook uit diepere sporen zoals paalgaten en afvalkuilen. Deze sporen kunnen tot in de C-horizont reiken en zijn mogelijk nog intact. Ook vanaf het maaiveld zouden resten aangetroffen kunnen worden. Tijdens het booronderzoek zijn echter geen archeologische resten of indicatoren aangetroffen, die wijzen op de aanwezigheid een vindplaats uit deze periode.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/AR/NFCGE5
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/AR/NFCGE5
Provenance
Creator Durczak, K.
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor E. Krist; K. Durczak; F. Stevens; R. Knoppien
Publication Year 2022
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact E. Krist (Synthegra.nl)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/octet-stream; application/dbf; application/prj; application/shp; application/shx; application/pdf
Size 5; 132; 427; 268; 148; 77; 236; 108; 3134531
Version 1.0
Discipline Humanities
Spatial Coverage Leusden