Synthegra B.V. heeft in opdracht van bedrijf XXX een verkennend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Vlijtseweg (ongenummerd [ong.]) te Apeldoorn. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen bouw van een zwembad. In Maart 2023 heeft Synthegra reeds een bureauonderzoek uitgevoerd. Op basis van het advies uit dit bureauonderzoek bleek dat het noodzakelijk is om de bodemopbouw te toetsen doormiddels van een verkennend booronderzoek.
De oppervlakte van het plangebied bedraagt 8600 m2. De toekomstige bodemverstoring bedraagt 8600 m2 tot een diepte van 3 meter beneden maaiveld, en ter plekke van de duikkuil (op een nog reeds onbekende locatie) tot 5 meter beneden maaiveld. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan.
Op basis van het bureauonderzoek is voor het plangebied een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld.
Het plangebied ligt op een glooiing van sneeuwsmeltwaterafzettingen bestaand uit een laarpodzolgrond met grof zand. Gezien de ouderdom van de te verwachte afzettingen kunnen in het plangebied vindplaatsen aanwezig zijn vanaf het laat-paleolithicum tot en met de nieuwe tijd.
Op basis van het bureauonderzoek geldt voor alle perioden een lage verwachting. Op basis van de beleidskaart van de gemeente geldt een lage verwachting voor het gebied. Gezien de aard van de afzettingen is de kans op resten aanwezig, maar door de ligging van het gebied ten oosten van een (veel hoger gelegen) stuwwal is deze niet groot. In de directe omgeving van het plangebied zijn meerdere onderzoeken gedaan. Hierin zijn over het algemeen geen archeologische resten aangetroffen, behalve in twee onderzoeken, beide ten zuiden van het plangebied. Dit betroffen beide resten van industrie uit de Nieuwe Tijd. Er is echter geen bebouwing bekend in het plangebied vanaf 1750 tot en met nu (met uitzondering van de periode 1988-2014) waardoor de verwachting voor deze periode ook op laag blijft staan.
Op basis van de onderzochte gegevens wordt een intact bodemprofiel verwacht. Er is in het verleden vastgesteld dat de bodem vervuild was. Momenteel wordt er hernieuwd onderzoek gedaan omdat deze onderzoeken reeds meer dan 10 jaar oud zijn. De oorsprong van sommige vervuiling houdt mogelijk verband met de aangetroffen resten van een koperpletterij uit de 19e eeuw ten zuiden van het plangebied.
Het natuurlijke bodemtype is in het hele plangebied verstoord door de voormalige industriële bebouwing en activiteiten op het terrein.
Vuursteenvindplaatsen bestaan voornamelijk uit strooiing van fragmenten vuursteen en ondiepe grondsporen, zoals haardkuilen, en bevinden zich in de bovengrond van de oorspronkelijke gooreerdgronden. Aangezien de bodem is verstoord, zijn eventueel aanwezige vuursteenvindplaatsen verloren gegaan.
Nederzettingsresten uit het neolithicum tot en met de nieuwe tijd bestaan niet alleen uit fragmenten aardewerk, maar ook uit diepere sporen zoals paalgaten en afvalkuilen. Deze sporen kunnen tot in de C-horizont reiken. De mate van verstoring, met een erosieve overgang naar de C-horizont vanaf 20 cm -Mv, en verstoringen die tussen 20 en 100 cm -Mv reiken, lijkt het behoud van archeologische resten uit te sluiten.
Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied zoals omschreven in de vergunningsaanvraag geen nader archeologisch onderzoek geadviseerd.