In opdracht van Bob Manders Architecture heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen (verkennende fase) uitgevoerd in het plangebied Klompven 23 te Oisterwijk. Aanleiding voor het onderzoek is het plan de huidige bebouwing op het perceel te slopen en een nieuwe woning te realiseren. De huidige woning met bijgebouw is circa 210 m2. Onder het bijgebouw en de keuken is een kelder aanwezig van circa 92,5 m2. Ten zuidoosten van de woning is in de tuin een zwembad aanwezig van circa 80 m2. De nieuwe woning zal worden voorzien van een souterrain met een oppervlakte van circa 500 m2. Hiertoe zal tot circa 3,5 m – mv (5 m +NAP) worden ontgraven. De nieuwbouw zal deels overlappen met de bestaande bebouwing.
Realisatie van de plannen kan leiden tot aantasting of vernietiging van mogelijk aanwezige archeologische waarden. Conform de gemeentelijke archeologische beleidskaart1 valt het plangebied in een zone met waarde-archeologie 3. Hiervoor geldt dat de aanvrager van een bouwvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m2 en dieper dan 50 centimeter, een rapport dient te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het doel van het bureauonderzoek is om de geologische, bodemkundige en landschappelijke kenmerken, alsmede de bekende en verwachte archeologische waarden in het plangebied te inventariseren teneinde een gespecificeerde archeologische verwachting op te stellen. Het inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek heeft tot doel de archeologische verwachting te toetsen. Bovendien dient het veldonderzoek om inzicht te krijgen in de vormeenheden van het landschap, voor zover deze van invloed zijn op de locatiekeuze in het verleden en om de verstoringsgraad van het bodemprofiel te bepalen.
Op basis van de onderzoeksresultaten en de aard en omvang van de voorgenomen bodemingrepen wordt vervolgens een advies gegeven over de omgang met eventueel aanwezige archeologische relevante geo(morfo)logische eenheden of archeologische relevante lagen. Op basis van dit advies neemt het bevoegd gezag (gemeente Oisterwijk) een selectiebesluit.
