Het plangebied lag braak tijdens het veldonderzoek en is in gebruik geweest als akkerland voor aardappelen en bloemkool. De vondstzichtbaarheid was slecht. Er is geen vondstmateriaal aangetroffen tijdens het veldonderzoek. De bouwvoor in het plangebied heeft een dikte van 30 tot 40 cm en bestaat uit donkerbruingrijze matig humeuze kalkrijke sterk tot uiterst siltige klei. In de meeste boringen is hieronder nog eenmenglaag aanwezig, waarbij in boring 4 en 11 nog delen van de oude bodem, ofwel zwarte laag, zijn te herkennen. In boring 1, 9 en 10 is een matig slappe, matig siltige kalkrijke klei onder de verstoorde bovengrond aanwezig. Deze ongerijpte komklei is in de Bronstijd niet geschikt geweestvoor bewoning. De door Ente gekarteerde zandige kreekruggen zijn in boring 2, 5, 6 en 7 aangetroffen. De top van de afzettingen is niet meer intact en de dikte van dit zandige pakket is slechts 20 cm. Vergelijking van de hoogtematen voorafgaande aan de bodemingrepen met de huidige maaiveldhoogtes laten zien dat juist in deze boringen de maaiveldhoogte het meest gedaald is in het plangebied.Het oorspronkelijke bronstijdlandschap is afgetopt. Op grotere diepte zijn geen begroeiingshorizonten aangetroffen.
Date: 14/12/2015 (veldwerk)