Op basis van de onderzoeksresultaten wordt geconcludeerd dat in circa 20% van het plangebied archeologische resten zullen worden verstoord door de geplande werkzaamheden.Tijdens het verkennend booronderzoek is de bodemopbouw en de mate van recente verstoring van de bodem van het plangebied in kaart gebracht. De diepte van de verstoring varieert van 0,5 tot 1,3 m -Mv. Daaronder is zoals verwacht een antropogeen ophogingspakket op Hollandveen aange¬troffen. Op basis van het aantreffen van een antropogeen ophogingspakket wordt de middelhoge archeologische verwachting voor vindplaatsen (archeologische resten) uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd gehandhaafd. Op basis van de ligging van het plangebied in het Zaanse veen¬gebied blijft de lage archeologische verwachting voor vindplaatsen (archeologische resten) uit de periode Laat Paleolithicum t/m Vroege Middeleeuwen gehandhaafd.Op basis van de resultaten van dit onderzoek en de uitgangspunten van het Programma van Eisen (PvE) wordt in het plangebied in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) noodzakelijk geacht. Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS).Over dit advies kunt u contact op nemen met de bevoegde overheid, in deze de heer Kleij, archeo¬loog van de gemeente Zaanstad. Indien u dat wenst, kunnen wij u in dit overleg assisteren.
Date: 14/07/2015 (veldwerk)