In juni 2003 werd door Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) een definitief archeologisch onderzoek (DAO) uitgevoerd op de locatie die bekend staat als Deest-vindplaats 10. Het onderzoek werd uitgevoerd naar aanleiding van de bestaande plannen voor grootschalige ontgronding en zandwinning in dit gebied. Het onderzochte terrein zal daarbij enkele meters diep worden afgegraven (Gem. Druten en Van Roosmalen B.V. 2000).De geplande grootschalige ontgronding rond Deest was voor de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) aanleiding tot het opstellen van een Plan van Aanpak (ROB-PvE 2001/nr. 78). Een Aanvullende Archeologische Inventarisatie (AAI) door RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. (De Boer & Baetsen 2001; De Boer & Jansen 2001) bracht de grote archeologische waarde van het bedreigde gebied aan het licht. In het plangebied werden twaalf archeologische vindplaatsen onderscheiden uit de Vroege en Late Prehistorie, de Romeinse Tijd en de Middeleeuwen. Vindplaats 10, die het object is van het hier besproken onderzoek, was een van de vindplaatsen uit de Romeinse Tijd. Volgens het Plan van Aanpak van de ROB kwam vindplaats 10 in aanmerking voor archeologisch vervolgonderzoek. Een Aanvullend Archeologisch Onderzoek (AAO) werd uitgevoerd in 2002. Naar aanleiding van de resultaten van dit AAO (Krist 2003) werd besloten het terrein volledig op te graven. De ontgravingswerkzaamheden die plaatsvonden op 8 en 9 januari 2004 aan de oostzijde van vindplaats 10 werden archeologisch begeleid. De resultaten van beide onderzoeken zullen hier worden weergegeven.Het Definitief Archeologische Onderzoek werd van 3 tot en met 20 juni 2003 uitgevoerd door een team bestaande uit mw. drs. A. Nieuwhof (projectleiding), mw. drs. G.M.A. Bergsma, B. Huizenga, mw. drs. M. Blom en drs. J.Y. Huis in’t Veld. De archeologische begeleiding (8 – 9 januari 2003) werd uitgevoerd door mw. drs. A. Nieuwhof en mw. drs. E.M.C. Groenewoud. Het dierlijk botmateriaal werd onderzocht door mw. drs. H. Halıcı, het aardewerk door mw. drs. K.L.B. Bosma en mw. drs. M.C. Blom, de metaalvondsten door drs. M.A. Huisman en drs. C.G. Koopstra, hout en macroresten door drs. ing. G.J. de Roller, glas en bouwmateriaal door drs. J. Schoneveld en steen door drs. J.R. Veldhuis.
Date: 2002