Sporen van bewoning werden door het gehele plangebied aangetroffen. Alleen het uiterste noorden van het onderzoeksgebied leverde geen archeologische sporen op. In het westelijk deel van het plangebied werden twee lange werkputten (WP2 en 3) aangelegd om onder andere de opbouw van de westelijke terp in beeld te krijgen. Uit de profielen blijkt dat de terp uit diverse ophooglagen bestaat en dus in meerdere fasen is opgehoogd. De lagen zijn horizontaal, wat doet vermoeden dat het om één grote, collectieve terp gaat en niet om individuele huisterpen. Aan de zuidzijde van werkput 1 werden duikende lagen richting het zuiden waargenomen, wat de zuidelijke begrenzing van de terp aangeeft. De terp eindigt hier vlak voor de Herenweg. De begrenzing van deze terp aan de oost-, west-, en noordzijde werd met dit onderzoek nog niet aangetoond. Aanwijzingen voor een tweede terp of sporen die verband houden met de kerk werden niet gevonden.De fasering in de ophoging van de westelijke terp wordt benadrukt door de vondst van woonlagen. In werkput 1, 2 en 3 werden lagen tussen de ophooglagen waargenomen die als vloerniveaus, of woonlagen, zijn geïnterpreteerd. In het noorden van werkput 1 werden drie van deze vloerniveaus boven elkaar aangetroffen. De onderste laag, en daarmee de oorsprong van het gebouw, dateert waarschijnlijk in de 12e eeuw. Nadat het gebouw in onbruik raakte, en/of het nodig was de terp te verhogen, werd over de woonlaag een pakket veen aangebracht. Vervolgens werd er weer een huis gebouwd. Deze tweede fase dateert waarschijnlijk in de 14e eeuw. De derde woonlaag bevatte geen vondstmateriaal, maar dateert na de 14e eeuw. Doordat op deze locatie op de kadastrale minuut van 1827 geen bebouwing staat weergegeven, is de datering van het huis waarschijnlijk van voor de 19e eeuw. In de woonlagen van werkput 2 en 3 werd geen vondstmateriaal aangetroffen. De diepte van de woonlagen doet vermoeden dat ze waarschijnlijk niet bij de eerste fase van de bewoning in de 12e eeuw horen. De woonlagen dateren waarschijnlijk vanaf de 14e eeuw of jonger.De vloerniveaus zijn van huizen die van hout waren gebouwd. In werkput 1 en 2 werden enkele houten palen gevonden die mogelijk van deze houtbouw zijn. Naast resten van houten huizen werden ook sporen van steenbouw aangetroffen. In het zuiden van werkput 2 werden funderingen van baksteen gevonden. Deze funderingen zijn waarschijnlijk van een gebouw dat in het begin van de 17e eeuw aan de Herenweg heeft gestaan.Sporen die met bewoning in het gebied samenhangen werden aangetroffen in de vorm van waterputten, kuilen, houten paaltjes en sloten. In werkput 1 werd een kuil (S4) waargenomen met laatmiddeleeuws aardewerk. Deze kuil hoort waarschijnlijk bij de tweede fase van de bewoning die vanaf de 14e eeuw dateert. De kuil (S20) uit werkput 2 is mogelijk een uitbraaksleuf en dateert in de Nieuwe tijd. In het oostelijk deel van het plangebied werden in werkput 6 drie kuilen (S45-47) gevonden. De kuilen werden stratigrafisch vrij hoog aangetroffen, wat duidt op een datering in de Nieuwe tijd. Op welke manier de watervoorziening in de Late Middeleeuwen was geregeld, is onduidelijk. De aangetroffen waterputten dateren in de Nieuwe tijd en stammen uit de steenbouwfase. De waterput van plaggen (S5) kent ook een datering in de Nieuwe tijd. De put doorsneed de eerste en tweede fase van het gebouw aan de noordzijde van werkput 1. Doordat veen van nature geen of weinig water doorlaat, zullen de putten niet met grondwater gevuld zijn geweest. Aan de gemetselde waterputten (S6 en S44) waren goten bevestigd, wat doet vermoeden dat de putten gevoed werden met regen- of oppervlaktewater.De aangetroffen sloten en houten paaltjes hangen samen met de percelering van het plangebied. In het noorden van werkput 3 werden enkele rijen paaltjes gevonden die mogelijk tot een afscheiding hebben behoord. De palenrijen en sloten komen niet overeen met perceelsgrenzen, zoals die op de historische kaarten zijn aangegeven. Alleen sloot S1 staat op de historische kaarten. Het is waarschijnlijk een terpsloot die op de kaarten als Breggevaart staat aangegeven. Direct ten westen van deze sloot werden de ophooglagen van een kade (S48) waargenomen. Door het gewicht van de kade of dijk zijn de lagen in het veen gezakt. De kade is waarschijnlijk opgeworpen met grond van elders. In de ophooglagen werden veel aardewerkscherven met een datering tussen de 16e tot en met de 18e eeuw gevonden, terwijl de kade in de 19e/20e eeuw zou zijn aangelegd. Vondstmateriaal uit deze periode ontbreekt echter.
Date: 14/07/2014 (veldwerk)