Salisbury Archeologie is gevraagd een archeologisch vooronderzoek uit te voeren in het plangebied Molenweg 77 te Surhuisterveen. Op de locatie zijn bodemingrepen gepland die mogelijk bedreigend zijn voor eventuele archeologische resten. Het plangebied heeft een omvang van 8815 m2. Aangezien door de nieuwbouw de vrijstellingsgrenzen binnen het plangebied worden overschreden, is archeologisch onderzoek noodzakelijk. Voormalig veengebied met in de ondergrond grondmorene (keileem) van de Formatie van Drenthe afgedekt door dekzand dat gerekend kan worden tot de Formatie van Twente. Het plangebied ligt in het Noordelijk Friese Woudgebied, een (relatief) hooggelegen gebied met dekzandkoppen- en ruggen en vennen, dat in het Laat-Paleolithicum en het Mesolithicum intensief is gebruikt door de mens. Vanaf het Neolithicum tot in de Middeleeuwen was het gebied ongeschikt voor bewoning omdat er zich in de loop van deze periode een groot veengebied vormde. Pas vanaf de 16e eeuw werd het gebied ontgonnen en raakte het weer geschikt voor permanente bewoning. Op basis van het bureauonderzoek worden archeologische resten uit de periode Laat Paleolithicum – Mesolithicum in het plangebied verwacht. Deze hebben een middelhoge verwachting. Voor de periode Neolithicum tot aan de Middeleeuwen heeft het plangebied een lage verwachting. Volgens historische kaarten ligt in het plangebied een molen en enkele huizen. In het plangebied geldt voor de periode vanaf de 16e eeuw een middelhoge verwachting.De bodemopbouw in het plangebied bestaat van boven naar beneden uit een klinker/betonlaag op opgebracht zand op een verstoord zandlaag of intact/verommeld veen op dekzand. Tijdens het veldonderzoek zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Uit de historische kaarten blijkt dat in het plangebied een roggemolen en historische bebouwing heeft gestaan. Aanwijzingen hiervoor zijn echter niet in de boringen aangetroffen. Op basis van de resultaten van het karterend booronderzoek, kan worden geconcludeerd dat de middelhoge verwachtingswaarde van het plangebied naar laag kan worden bijgesteld. De kans op het aantreffen van een (intacte) archeologische vindplaats in het plangebied, wordt klein ingeschat.

Een bureau- en karterend booronderzoek