In opdracht van IDDS bv heeft archeologisch bedrijf Becker & Van de Graaf een archeologisch booronderzoek uitgevoerd aan de locatie Muziekplein en omgeving in Uden. Het plangebied heeft een oppervlak van circa 2 hectare en is in gebruik als een schoolgebouw met speelruimte, een speelplein en groenvoorziening. Deze elementen gaan verdwijnen en het plangebied krijgt een nieuwe bestemming, namelijk een ontmoetingscentrum. Deze bestemmingsplanwijziging is de aanleiding voor het uitvoeren van het onderzoek. Het plangebied is gelegen ten noorden van het centrum van Uden. De wijk Bitswijk is pas aangelegd in de jaren 70 van de vorige eeuw. Voor de aanleg van de wijk bestond het plangebied uit heide en akkers of weilanden. Er is geen bebouwing bekend in het plangebied vóór de aanleg van Bitswijk. Het plangebied is vanaf de Middeleeuwen waarschijnlijk gebruikt als akker. De bodem van het plangebied bestaat namelijk uit een hoge zwarte enkeerdgrond. Dit houdt in dat het gebied is opgehoogd door plaggenbemesting. Het bemesten was nodig om de nutriëntarme dekzandgronden te ontginnen voor landbouw. Het gebied is waarschijnlijk in de Middeleeuwen ontgonnen voor de landbouw. De bemesting van de akkers vond plaats doordat potstalmest op heideplaggen op de akkers werd gelegd. Deze plaggen waren afkomstig van de omgeving van de akkers waar de toplaag geleidelijk werd afgegraven. Hierdoor kwamen de akkers hoger te liggen en het omliggende landschap lager. De samenstelling van het opgehoogde dek was daarom humeus van de potstalmest en het huisafval en zandig engrindig van de pleistocene afzettingen van de heideplaggen die in de omgeving aan het oppervlak lagen.De archeologische verwachting voor het plangebied kan worden verdeeld in de resten onder het humeuze dek en daarboven. Onder het plaggendek kunnen resten worden verwacht vanaf de vorming van het dekzandlandschap (Laat-Paleolithicum). Resten tot het Neolithicum zijn echter schaars en kwetsbaar en voor deze periode is er dus een lage verwachting. Resten vanaf het Neolithicum tot en met de Middeleeuwen hebben een hoge verwachting. Er zijn in de omgeving van het plangebied veel resten uit met name de IJzertijd aangetroffen. Deze resten kunnen worden verwacht in de top van het dekzand. Omdat deze laag is bedekt door een plaggendek zijn de archeologische resten beter beschermd tegen latere verstoringen zoals ploegen en bouwwerkzaamheden. In de top van het plaggendek kunnen resten worden verwacht vanaf de Late Middeleeuwen. Deze resten zullen direct onder het oppervlak aanwezig zijn. Archeologische resten die kunnen worden verwacht zullen voornamelijk betrekking hebben op sporen van landbouw. In het plangebied waren de onbebouwde delen onverstoord. Hier is het dus mogelijk om resten aan te treffen vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd. In de delen die wel bebouwd zijn, is de verwachting dat resten op én onder het plaggendek zijn verdwenen. Voor deze delen geldt dus een zeer lage verwachting voor archeologische waarden.

B&G rapport 1047

Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase