IDDS Archeologie heeft in september 2021 een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende fase, uitgevoerd aan de Vinkenbaan 4 in Warmond, gemeente Teylingen. De noodzaak tot het archeologisch onderzoek komt voort uit het bestemmingsplan. De doelstelling van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Het doel van het inventariserend veldonderzoek is het toetsen en zo nodig aanvullen van de gespecificeerde verwachting.
Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied is gelegen op de strandwal die is gevormd tussen 4000 en 3850 voor Chr. In de top van de strandwal kunnen archeologische waarden aanwezig zijn vanaf het Midden-Neolithicum. Voor de periode Midden-Neolithicum tot en met de Middeleeuwen kunnen die waarden gerelateerd zijn aan nederzettingsterreinen en graven en vondsten voorkomen die bestaan uit onder andere aardewerk, vuursteen, (verbrand) bot, metaal, glas en keramische bouwmaterialen. Daarnaast kunnen er sporen worden aangetroffen, bijv. paalkuilen, greppels, etc. Op basis van historisch kaartmateriaal zijn er geen aanwijzingen voor bebouwing in het plangebied gedurende de Nieuwe Tijd. Wel kunnen er uit de Nieuwe Tijd op basis van dat kaartmateriaal sporen aanwezig zijn die gerelateerd zijn aan landbouwactiviteiten zoals bijvoorbeeld greppels. De top van de strandwal zal zijn verstoord. De diepte van die verstoring is onbekend. Het is mogelijk dat de top van de strandwal dusdanig diep is verstoord dat eventuele archeologische waarden niet meer in situ aanwezig zijn.
De resultaten van het veldonderzoek zijn in overeenstemming met het verwachtingsmodel. Het plangebied ligt op een strandwal met duinen en heeft daarom een hoge archeologische verwachting vanaf het Midden-Neolithicum tot en met de Middeleeuwen. Deze verwachting is voornamelijk gekoppeld aan een drietal niveaus, -2,8, -1,9 en -1,0 m NAP, waarop archeologische waarden aanwezig kunnen zijn. Uit het veldonderzoek blijkt ook dat de top van de strandwal/duinen verstoord is en wel tot een diepte van 0,7 tot 1,3 m -mv ofwel -0,7 tot -1,3 m NAP. Tot deze diepte heeft het plangebied geen archeologische verwachting meer.
Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek en in afwezigheid van duidelijke en concrete plannen adviseert IDDS Archeologie om vervolgonderzoek uit te laten voeren indien er werkzaamheden zullen plaatsvinden dieper dan de potentiële archeologische niveaus. Het ondiepste potentiële niveau ligt op ongeveer 1,0 m -mv (-1,0 m NAP) en met een veiligheidsmarge van 30 cm betekent dat, dat er archeologisch vervolgonderzoek wordt geadviseerd indien de werkzaamheden in het plangebied dieper reiken dan 0,7 m -mv ofwel -0,7 m NAP. In overeenstemming met de dubbelbestemming archeologie moet het daarbij wel gaan om werkzaamheden die een oppervlakte beslaan van meer dan 250 m2. De kans op de aanwezigheid van archeologische resten en daarmee de noodzaak voor nog meer aanvullend archeologisch onderzoek is groter indien de werkzaamheden ook dieper reiken dan de vegetatiehorizonten op 1,9 m -mv (-1,9 m NAP) en 2,8 m -mv (-2,8 m NAP). IDDS Archeologie adviseert om de plannen dusdanig op te stellen dat de werkzaamheden niet reiken tot beneden 0,7 m -mv ofwel -0,7 m NAP.