Op 31 maart 1943 viel er een bom op de achterkant van het huis waar mevrouw woonde, waardoor zij met haar moeder en zus een half jaar in Utrecht ging wonen. Op 26 maart 1945 werd ze samen met haar oudere zus uitgezonden naar Drenthe. Ze verbleef er drie maanden op een aantal adressen in of in de buurt van Ruinerwold. Ze ging eerst naar het gezin van dominee Verspuij, waar ze het gevoel had niet welkom te zijn. Toen de vrouw van de dominee op het punt stond te bevallen, werd ze naar Koekange gebracht, waar ze met een koffertje in de hand bij een kruidenierswinkel aan klanten moest vragen 'wie me hebben wou'. Ze kwam terecht bij het gezin van een huisschilder, waar ze het naar haar zin had. Toen de vrouw ziek werd en geopereerd moest worden, werd ze ondergebracht bij boer Van Noort in Weerwille, waar ook een aantal onderduikers verbleef. Ze heeft het er 'hartstikke fijn' gehad.
Respondentnummer 30. Document GV_Schiedam_gastgezin1_04_analyse_interview bevat een analyse van het interview. GV_Schiedam_gastgezin1_04_documentatie_brievenbevat een korte omschrijving van de brieven. De documenten GV_Schiedam_gastgezin1_04_brief1 t/m 04_brief15 zijn brieven ontvangen en geschreven door de geïnterviewde.