In opdracht van de gemeente Maastricht heeft RAAP van 22 tot en met 23 augustus 2019 een archeologisch proefsleuvenonderzoek - variant archeologische begeleiding uitgevoerd in het kader van het project ‘Verplaatsing milieuperron Aesculaapstraat’ in de gemeente Maastricht.Het doel van het proefsleuvenonderzoek was het vaststellen van de archeologische waarde van het terrein. Hiertoe was het noodzakelijk inzicht te krijgen in de precieze aard en omvang van de vindplaats. In het verlengde daarvan is in kaart gebracht wat de consequenties zijn van de onderzoeksresultaten voor de verdere planvorming in het plangebied. Is de archeologische vindplaats behoudenswaardig, en, zo ja, kan deze behouden blijven of dient deze te worden opgegraven?Gezien de ligging van de planlocatie ten opzichte van een bekende archeologische vindplaats (< 50 m) is archeologisch onderzoek verplicht. De aard van de bekende vondst (losse vondst tijdens bodemwerkzaamheden) geeft geen directe aanleiding tot een archeologische opgraving. Om te verifiëren of in het plangebied archeologische sporen of vondsten aanwezig zijn, wordt het archeologisch onderzoek daarom gecombineerd met de civieltechnische werkzaamheden en uitgevoerd als een proefsleuvenonderzoek - variant archeologische begeleiding.Tijdens het onderzoek in totaal is een oppervlakte van ca. 30 m² tot 3 m- Mv in drie vlakken onderzocht. Opmerkelijk was het aantreffen binnen de C-horizont van twee aparte laageenheden onderscheiden die geïnterpreteerd zijn als een zwak ontwikkelde Ahb-horizont. Mogelijk vormen beide paleobodems één pedocomplex uit de laatste fase van het Laat-Pleniglaciaal. Tijdens het onderzoek zijn echter geen relevante archeologische resten aangetroffen. Het onderzoek heeft geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van een vindplaats opgeleverd, zodat er geen waardestelling is uitgevoerd. Er wordt geadviseerd om het plangebied vrij te geven.
Issued: 2019-08-23