Swalmen. Biesweerd-Hansummerweerd

DOI

In opdracht van CSO Milieu Ruimte Water heeft BAAC bv (onderzoeks- enadviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie)te ‘s-Hertogenbosch 7 en 8 oktober 2014 een proefsleufonderzoek uitgevoerdin onderzoeksgebied Biesweerd-Hansummerweerd te Swalmen (gemeenteRoermond). Dit onderzoeksgebied bevindt zich op de oostoever van de Maas,ter hoogte van Maaskilometer 88,654 tot 88,9. De aanleiding voor het onderzoekis het plan om op grote schaal natuur(vriende)lijke oevers te creëren langsde Maas.Het onderzoeksgebied bevindt zich in een riviervlakte met kronkelwaardafzettingendie is gevormd door de zijdelingse verplaatsing van de Maasin noordoostelijke richting. De precieze datering van de kronkelwaard isonbekend. Ter hoogte van de zuidelijke helft van het plangebied en in eenstrook tot circa 400 m ten zuiden van het plangebied zijn verschillende vondstenaangetroffen met een datering die varieert van de prehistorie tot de nieuwetijd. Onder de vondsten bevinden zich enkele opvallende objecten. In 1956is bij de demping van de oude Maasloop bij Rijkel met bagger uit de nieuweMaasloop een muntschat aangetroffen uit het eind van de 4e eeuw (sluitmunt:378 na Chr.). In 2001 zijn tijdens het uitbaggeren van een zone van 30 m langsde oostoever van de huidige Maas tussen Swalmen en Beesel onder andere tweefragmenten van Romeinse zuilen aangetroffen. Deze zuilen zijn vermoedelijkafkomstig van een heiligdom of een ander belangrijk gebouw (villa of herberg/mansio) uit de 2e-3e eeuw na Chr. Gezien de vondsten in het zuidelijke deelvan de Hansummerweerd en de onduidelijkheid over de datering van dekronkelwaard heeft ook het onderzoeksgebied, in het noordelijke deel vande kronkelwaard, op grond van het aanvullende bureauonderzoek een hogearcheologische verwachting gekregen.1 Door de bevoegde overheid is daarombesloten een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven uitte laten voeren.2Tijdens het onderzoek zijn in de twee proefsleuven geen antropogene sporenaangetroffen. De proefsleuven bevinden zich vooral ter plaatse van opgevuldekronkelwaardgeulen, waarin en waarop door dichtslibbing en overslibbing eenoeverpakket is afgezet. De bovenste 2 m van de bodemopbouw (lagen 1 tot enmet 5, inclusief een cluster met keien in laag 5) zijn met zekerheid 17e-eeuwsof jonger. Hierbij valt op dat de bovenste meter nog veel zandiger is dan deonderliggende lagen. Dit kan samenhangen met de kanalisatiewerkzaamhedenlangs de Maas in het begin van de 20e eeuw. Aanwijzingen voor kronkelwaardafzettingenouder dan de 17e eeuw (lagen 6 en 7) zijn gevonden in alle profi elen.Deze afzettingen behoren nog tot de oeverafzettingen van de migrerendeMaas. Aanwijzingen voor mogelijk laat-middeleeuwse kronkelwaardafzettingenzijn aangetroffen in de profi elen 102-103-104 (laag 8-9) en aanwijzingen vooreen begraven kronkelwaardrug in profi el 204 (laag 11). De exacte ouderdomvan deze afzettingen (laag 8, 9 en 11) kan echter niet worden bepaald, omdatsporen en vondsten ontbraken. Het onderzoek heeft geen vindplaats in devorm van antropogene sporen en/of vondsten opgeleverd. De ligging van hetplangebied op een jonge kronkelwaard van een actief meanderende Maasis de belangrijkste verklaring voor het ontbreken van antropogene sporen ofvondsten. Omdat van het zuidelijke deel van de Hansummerweerd bekend isdat deze in de 5e eeuw nog werd bezocht, kan een vol- tot laat-middeleeuwseouderdom voor het noordelijke deel van de Hansummerweerd wordenverondersteld.Gezien de ligging van het plangebied op een jonge kronkelwaard van een actiefmeanderende Maas en het ontbreken van antropogene sporen wordt voor hetnoordelijke deel van de Hansummerweerd tussen Maaskilometer 88,654 en88,9 km geen vervolgonderzoek geadviseerd. De hoge verwachting3 op bijzondereRomeinse resten in het zuidelijke deel van de Hansummerweerd tussenMaaskilometer 87,85 en 88,654 blijft echter gehandhaafd, omdat dit deel nietonderzocht is.Noten:1 Buesink & Tebbens 2014.2 Selectiebesluit archeologie Biesweerd-Hansummerweerd, gemeente Roermond (14 juli 2014).3 Buesink & Tebbens 2014.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xjh-42v2
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xjh-42v2
Provenance
Creator M.C. Brouwer; L.A. Tebbens
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor R.J.W.M. Gruben; BAAC
Publication Year 2020
Rights DANS Licence; info:eu-repo/semantics/closedAccess; https://doi.org/10.17026/fp39-0x58
OpenAccess false
Contact R.J.W.M. Gruben (BAAC bv)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; application/vnd.oasis.opendocument.spreadsheet; image/jpeg; audio/midi; application/vnd.mif; text/xml
Size 1484864; 94550; 15792009; 11860; 11844; 24374; 36690; 31251; 23747; 29063; 6481920; 5015122; 6355968; 4999507; 5689344; 4888450; 5651968; 6152192; 5587456; 919040; 5994496; 6149120; 6258688; 6203392; 6056960; 6226944; 5998080; 6248448; 6369792; 5925376; 6172160; 6368256; 6341632; 6258176; 6270464; 5440929; 5752917; 5961728; 5674703; 5675162; 5496659; 5450846; 5921280; 5836666; 6585344; 6339584; 5644443; 5713546; 5733432; 5748057; 6248960; 4830720; 5228257; 6120960; 6099968; 6062592; 6002688; 6047744; 904704; 1152000; 728064; 5430537; 6086144; 5609691; 5653515; 5982720; 6113280; 6253056; 5532124; 5705394; 6456832; 6448640; 6054912; 5822976; 5937152; 6087168; 5924864; 6427136; 6202880; 6149632; 6031872; 5261020; 5325896; 5306640; 806400; 613888; 5897821; 5882606; 6406656; 6475776; 5474629; 6418944; 6052352; 3200; 4538; 1784; 2543; 554; 899; 109; 415; 6516736; 6438400; 6637568; 6553600; 6587392; 6557184; 6622720; 6565888; 5371082; 5775224; 6352384; 6669824; 5958656; 5736643; 6444032; 6002111; 5439794; 6109696; 6112256; 6161920; 5728017; 5797135; 5600373; 6619136; 5737730; 5856161; 5908438; 5748778; 5395188; 5411480; 5365952; 5684603; 5777676; 5764636; 5816315; 5216819; 5296221; 5268378; 5420986; 5393675; 6563328; 5697036; 5249042; 5972992; 217; 8444; 9599; 9682; 65436; 4753; 32; 2297; 55; 1487; 118; 758
Version 2.0
Discipline Humanities