Tussen april en juli 2019, tussen mei en juli 2021 en in februari 2022 is door IDDS Archeologie een Opgraving – variant Archeologische Begeleiding uitgevoerd in verband met de geplande (her)ontwikkeling van het plangebied Westerkwartier in Delft, gemeente Delft. De aanleiding voor het onderzoek was het vervangen van de riolering en het aanleggen van een drainagesysteem. De grondwerkzaamheden die met het vervangen van de riolering en de aanleg van het drainagesysteem gepaard gingen, zouden naar verwachting de bodem verstoren tot een diepte van maximaal 3,10 m –NAP of 1,20 m onder het maaiveld. Vooronderzoek heeft aangetoond dat binnen het onderzoeksgebied een hoge archeologische verwachting geldt voor (bewonings)sporen uit de Romeinse tijd in de zuidwestelijke helft en een eveneens hoge archeologische verwachting voor (bewonings)sporen uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd in de noordelijke helft. De tracés van de nieuwe riolering en de drainage dienden archeologisch te worden begeleid. Deze begeleiding was in eerste instantie intensief (Fase 1) en is in het latere verloop (archeologische Fase 2) afgeschaald naar een extensieve begeleiding. Bij fase 2-5 zijn alleen de locaties van tracés waar archeologische resten uit de Nieuwe tijd verwacht werden intensief begeleid. De werkzaamheden van de te begeleiden locaties zijn in de loop van 2021 en 2022 uitgevoerd. De onderzoeklocaties 1, 5 en een deel van 4 zijn door de uitvoerder zonder de aanwezigheid van een archeoloog uitgevoerd. Daarnaast heeft, buiten het plangebied, een archeologische begeleiding plaatsgevonden aan de Hugo de Grootstraat in augustus 2019. Vanwege de nabijheid van de werkzaamheden in het Westerkwartier heeft Erfgoed Delft Archeologie contact met IDDS Archeologie opgenomen om deze resten te documenteren. In overleg met Erfgoed Delft Archeologie is besloten om de resultaten van de Hugo de Grootstraat in de rapportage van het Westerkwartier op te nemen. Verspreid over 10 archeologisch begeleide werkputten zijn muurwerk, greppels, houten beschoeiingen en palen, puinkuilen, goten, vloeren, straatwerk, één concentratie dierlijk bot, één waterput en één rioolput aangetroffen. Alle sporen zijn aangetroffen in ophooglagen of direct onder de ophooglagen in de Gantelafzettingen. Op basis van het aangetroffen aardewerk uit de ophooglagen en de baksteenformaten dateren alle sporen in de Nieuwe tijd. Op de historische kaarten zijn er pas vanaf het begin van de 18e eeuw gebouwen waar te nemen in het zuiden van het plangebied. Hierdoor zullen vermoedelijk het meeste muurwerk, straatwerk en de waterput dateren vanaf de 17e/18e eeuw. Van het aangetroffen muurwerk kon een deel gerelateerd worden aan drie gebouwen die op het kadastrale minuutplan staan weergegeven (1811-1832).