Uit het veldonderzoek blijkt in het grootste deel van het plangebied inderdaad een enkeerdgrond gesitueerd te zijn. De ondergrond (C-horizont) bestaat uit dekzand. Vijf van de achttien boringen zijn tot minstens 85 cm –mv (5,43 +NAP) verstoord. De top van de C-horizont in de overige boringen ligt tussen circa 5,65 en 5,95 m +NAP. Bij controle van het opgeboorde materiaal zijn onder meer een aantal fragmenten aardewerk uit de middeleeuwen – begin nieuwe tijd gevonden.De kans op de aanwezigheid van sporen uit het laat-neolithicum tot in de late middeleeuwen – nieuwe tijd blijft op basis van het karterende onderzoek hoog. Ook onder de verstoorde profielen kunnen sporen van bijvoorbeeld waterputten verwacht worden.