Ten behoeve van een bestemmingsplanprocedure heeft BAAC bv een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen (verkennende fase) uitgevoerd in het plangebied Cuneraweg te Achterberg, gemeente Rhenen. Op basis van het bureauonderzoek geldt een middelhoge verwachting op het aantreffen van resten uit het laat paleolithicum tot en met het midden neolithicum. Voor de periode laat neolithicum tot en met heden geldt, gezien de geomorfologische ligging en de waarnemingen binnen een straal van 500 m, een hoge verwachting op het aantreffen van archeologische resten.Uit het veldonderzoek blijkt dat de bodem grotendeels uit een A-AC-C horizont bestaat. De A-horizont betreft de bouwvoor, de AC horizont een oude akkerlaag en de C-horizont fluvioperiglaciale- of hellingafzettingen. In de bouwvoor is aardewerk uit de periode 1700-1900 aangetroffen. Dit betreft vermoedelijk aardewerk dat bij bemesting op het land is gekomen. In één boring is vergelijkbaar aardewerk in een vermoedelijk grondspoor gevonden. Vanwege het vermoedelijke grondspoor, de oude akkerlaag en de waarnemingen in de directe omgeving is vervolgonderzoek in de vorm van een proefsleuvenonderzoek op de totale oppervlakte van circa 1,5 ha noodzakelijk om eventueel aanwezige archeologische resten te karteren en te waarderen.
Date: 2012-05-15