Het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv heeft een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen (karterende fase) uitgevoerd in het plangebied Zwarte Kolkstraat 57 te Wilp-Achterhoek.Uit het bureauonderzoek bleek dat het plangebied deel uitmaakt van een laaggelegen zandgebied tussen de stuwwal van de oostelijke Veluwe en het rivierkleigebied van de IJssel, waarin zich een groot aantal kleine dekzandkopjes bevinden. Het plangebied ligt op de flank van een dergelijk hoger gelegen dekzandkopje, waarin zich een laarpodzolgrond heeft gevormd. Onder het dekzand bevinden zich daluitspoelingsafzettingen met vanaf 1 à 2 m –mv oudere, pleistocene rivierafzettingen.Dergelijke locaties op de overgang van hoger naar lager gelegen gebieden waren van oudsher aantrekkelijke vestigingsplaatsen. In de omgeving van het plangebied zijn in een dergelijke context archeologische waarden uit het mesolithicum-neolithicum bekend. Ten noorden van het plangebied bevindt zich de huisplaats Nijenhuis, die vermoedelijk dateert uit de middeleeuwen. Hoewel er in of in de directe omgeving van het plangebied geen vondsten bekend zijn uit de tussenliggende perioden, kan dit gezien de aantrekkelijke landschappelijke ligging niet worden uitgesloten.Het plangebied was vanaf het begin van de negentiende eeuw onbebouwd en in gebruik als hakhout en bouwland. Door het agrarisch gebruik zal de bodem naar verwachting tot 30 à 40 cm –mv verstoord zijn. Door de aanwezigheid van een matig dik esdek zal de bodem van het plangebied zullen eventueel aanwezige archeologische waarden buiten het ploegbereik zijn gebleven. In de tweede helft van de twintigste eeuw is het plangebied echter bij het moderne boerenerf betrokken.Bekend is dat hierbij een sleufsilo is aangelegd, waarvoor de bodem in een deel van het plangebied tot circa 1,5 m –mv is afgegraven en het eventuele archeologische sporenniveau zal zijn verstoord.Op basis van deze gegevens wordt aan het plangebied een middelhoge verwachting toegekend voor onverstoorde archeologische resten (vuursteenconcentraties, nederzettingsresten en grafvelden) uit het laatpaleolithicum tot de nieuwe tijd B. Voor de locatie van de sleufsilo geldt voor alle perioden een lage verwachting op onverstoorde archeologische resten.Uit het veldonderzoek bleek dat het plangebied deel uitmaakt van de flank van een dekzandkopje, dat gezien het voorkomen van roestvlekken relatief nat was. Door het gebruik als agrarisch gebied en later als erf is de bodem deels afgetopt tot in de top van de (B)C-horizont en in het grootste deel zelfs diep verstoord. Er zijn tijdens het veldonderzoek geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden aangetroffen. Op basis hiervan is de archeologische verwachting bijgesteld naar laag en wordt geen vervolgonderzoek geadviseerd.