In opdracht van de gemeente Midden-Delfland heeft Archeologie Delft een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd naar de binnenhoek van het complex dat wordt ingesloten tussen de Singel, de Keenenburgweg en de Kasteellaan in Schipluiden. In het plangebied gaan sloop, nieuwbouw en de herinrichting van het gebied plaatsvinden. Bij het onderzoek is gebleken dat zich hier archeologische sporen vanaf de 2e tot en met de 18e eeuw kunnen bevinden. De sporen bevinden zich vanaf een diepte van 1,80 m beneden NAP (circa 0,6 m beneden maaiveld).
Door de verschillende geplande werkzaamheden en de verschillen in de archeologische verwachting verschillen de adviezen per deel van het plangebied. Deze adviezen hebben betrekking op gebieden binnen de hoofdburcht, de slotgracht en het gebied grenzend aan de buitenzijde van de slotgracht, waaronder een deel dat in de 17e en 18e eeuw in gebruik is geweest als voorburcht.
Bij de sloop van de achterzijde van het Jeugdhuis en de voormalige RABObank worden de bestaande funderingen verwijderd. Het Jeugdhuis en de RABObank liggen buiten het kasteelterrein en buiten de kasteelgracht. Op deze plek kunnen sporen uit de Romeinse tijd en uit de pre-kasteelfase (10e -14e eeuw) voorkomen. Bij de sloop van de uitbouw aan de achterzijde van het Jeugdhuis zullen de bestaande funderingen worden verwijderd. Dit betekent dat de bodem tot tenminste 70 cm diepte zal worden verstoord. Het advies is om bij verstoring van de bodem met meer dan 40 cm diep een inventariserend archeologisch booronderzoek uit te voeren om de mate van verstoring van de bodem voorafgaand aan de sloop in kaart te brengen en om vast te stellen of er kans is dat er nog archeologische sporen en vondsten in de ondergrond aanwezig zijn.
Bij de sloop van de kas van Van Santen zullen de funderingen en kasvoeten worden verwijderd. Deze kas ligt ten dele over de woontoren en het aangrenzende terrein ten oosten van de woontoren van het kasteel Keenenburg en over de noordelijke en westelijke slotgracht. Het terrein binnen de woontoren en het aangrenzende gebied ten oosten ervan is nog niet eerder onderzocht. Sloop betekent dat de bodem tot een diepte van ongeveer 70 cm wordt verstoord. Het advies is bij verstoring van meer dan 40 cm beneden maaiveld vooruitlopend op de ondergrondse sloop het vlak binnen de woontoren en het gebied direct ten oosten ervan te onderzoeken en te documenteren volgens het protocol opgraven. Op de plaats van de slotgracht behoeft voor de sloop geen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd, omdat de archeologische resten zich hier vanaf 200 cm beneden NAP, ruim 1 meter beneden het maaiveld bevinden, ruim onder het niveau van de verstoring. Op de plek buiten de slotgracht dient na de bovengrondse sloop de bodemopbouw door middel van een verkennend booronderzoek in kaart te worden gebracht bij een bodemverstoring van meer dan 40 cm om de diepte van de reeds aanwezige verstoringen te bepalen en om vast te stellen of er kans is dat er nog archeologische sporen en vondsten in de ondergrond aanwezig zijn.
De nieuwbouw is voorzien buiten het hoofdburchtterrein van de Keenenburg. Een deel van de bebouwing zal zich uitstrekken op de locatie van de voormalige slotgracht van het kasteel. Hier kunnen nog belangrijke archeologische vondsten in aanwezig zijn vanaf ongeveer 200 cm beneden NAP. Het advies is om bij verstoring van de bodem dieper dan 1 meter beneden maaiveld de stukken slotgracht die worden verstoord te onderzoeken en te documenteren volgens het protocol opgraven. Een ander deel van de voorziene woningbouw strekt zich uit over de voormalige 17e en 18e -eeuwse voorburcht van het kasteel en het gebied ernaast. Hier kunnen zowel sporen worden verwacht uit de Romeinse tijd, de pre-kasteelfase (10e -14e eeuw) als van de voorburcht. Deze sporen kunnen voorkomen vanaf 40 cm beneden maaiveld. (60 cm beneden NAP). Het advies is om ter plaatse van de nieuwbouw voorafgaand aan de bodemgrepen dieper dan 0,4 m beneden maaiveld (0,60 m beneden NAP) eerst een inventariserend booronderzoek uit te voeren om te bepalen of en tot welk niveau de bodem is verstoord en of er kans aanwezig is om archeologische sporen en vondsten aan te treffen. Voor de eventuele visualisatie van de hoofdburcht zijn enkele adviezen toegevoegd die het oogmerk hebben om de archeologische waarden zo goed mogelijk te conserveren.