Aanleiding tot het hier beschreven archeologische bureauonderzoek zijn de sloop en nieuwbouw van de Eekwerdermeedenweg 3, 3b en 3c te Wirdum in opdracht van Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Door deze werkzaamheden worden mogelijk archeologische resten bedreigd. Conform de Erfgoedwet is het onderzoeksgebied eerst onderzocht op de aanwezigheid van archeologische waarden.
Vanaf de ijzertijd werd kwelderwallen bewoond en zijn er in de omgeving huis- en dorpswierden opgeworpen, die in de late middeleeuwen uitgroeiden tot de dorpen Wirdum en Garrelsweer. Er zijn echter geen aanwijzingen dat zich in het onderzoeksgebied een huiswierde bevindt. Het onderzoeksgebied ligt op een vlakte van getijafzettingen en niet op een kwelderwal. De locatie zal dan ook in de periode van de ijzertijd tot aan de bedijkingen in de middeleeuwen niet aantrekkelijk zijn geweest zijn voor bewoning, dit vanwege de hoge kans op overstromingen. Voor de ijzertijd tot en met de vroege middeleeuwen worden geen archeologische resten verwacht. In het geval dat het onderzoeksgebied is gebruikt als weideland in deze tijd is het mogelijk dat zich in het gebied sporen van historische landinrichting bevinden, zoals sporen van oude sloten of beschoeiing.
Het onderzoeksgebied is sinds de Kadastrale Minuut van 1811-1832 in gebruik geweest als woonhuis en erf. Het is onbekend of het onderzoeksgebied eerder is bewoond, maar dit is wel aannemelijk vanaf de bedijkingen. Dit is te zien aan het verkavelingspatroon dat lintvormig is. Hierdoor worden archeologische waarden verwacht vanaf de late middeleeuwen tot de nieuwe tijd.