RAAP Archeologisch Adviesbureau heeft in oktober 2009 een inventariserend veldonderzoek, karterende fase uitgevoerd in verband met de bouw van een hotel, amusementshal, restaurant, conferentieruimte, wellnesscentrum, fitnesscentrum en grootschalige/ perifere detailhandel ten westen van afslag 56 langs de A2 nabij Gronsveld (gemeente Eijsden).Het onderzoek is een vervolg op een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) uitgevoerd in januari 2008 (Hensen, 2008). Doel van onderhavig onderzoek (75 karterende boringen) was het opsporen van op grond van het eerdere onderzoek verwachtte archeologische resten. Op basis van de onderzoeksresultaten is een advies met betrekking tot archeologisch vervolgonderzoek geformuleerd.Uit het veldonderzoek (75 karterende boringen tot maximaal 6,25 m -Mv) blijkt dat in het plangebied verschillende sedimenten aanwezig zijn die ofwel van hoger gelegen gebieden in het oosten afkomstig zijn, ofwel van de Maas. Meer in detail bevindt zich in het gebied een zogenaamde daluitspoelingswaaier, dat wil zeggen door water van boven naar beneden getransporteerd materiaal uit nu droogliggende dalen. Deze waaier bestaat uit colluvium, dat wil zeggen door hellingerosie en watertransport secundair verplaatste löss. Onder dit materiaal bevinden zich kleilagen die waarschijnlijk grotendeels door de Maas zijn afgezet. In algemene zin gaat het van boven naar beneden om: (1) bouwvoor of opgebrachte sedimenten; (2) ‘jong’ colluvium; (3) ‘oud’ colluvium; (4) ‘jonge’ klei; (5) ‘oude’ klei. Het nu gemaskeerde oorspronkelijk reliëf in het plangebied liep af van zuid naar noord. Meer specifiek blijkt het dat het plangebied zich in een vroeger landschappelijk zeer dynamische zone bevindt, waar op het Terras van Geistingen (ongeveer 10.000 jaar geleden gevormd) een complexe stratigrafie (= opeenvolging van lagen) is ontstaan door de steeds afwissellende depositie van löss vanuit het hogere oosten of van klei van de Maas.Waarschijnlijk samenhangend met deze 'onrustige' landschappelijke situatie in het verleden zijn in het plangebied geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen aangetroffen.Op basis van de resultaten van onderhavig onderzoek wordt geen verder archeologisch onderzoek aanbevolen.

Date: 2010-01-10