Plangebied kazerne Korps Mariniers: Oostelijke Bermweg-Havenweg-Fort de Ruijterweg, Plangebied kazerne Korps Mariniers: Oostelijke Bermweg-Havenweg-Fort de Ruijterweg, gemeente Vlissingen; archeologisch vooronderzoek: een aanvullend inventariserend veldonderzoek proefsleuven

In opdracht van Rijksvastgoedbedrijf heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in oktober tot en met december 2015 en in maart 2016 een aanvullend inventariserend veldonderzoek in de vorm van proefsleuven uitgevoerd in verband met de geplande realisatie van de kazerne van het Korps Mariniers tussen de Oostelijke Bermweg, Havenweg en Fort de Ruijterweg in de gemeente Vlissingen. Het betreft het vervolg op een eerdere fase van het inventariserend onderzoek dat bestond uit een verkennend booronderzoek (Ras, 2004: noordwest-deel; Warning & Verschoof, 2014: overige delen) en een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven (Dijkstra [red], 2015). Bij het eerdere proefsleuvenonderzoek werden reeds drie vindplaatsen aangetroffen in het plangebied (Dijkstra [red.], 2015: vindplaats B, C en T). Deze zijn bij het huidige onderzoek niet nader onderzocht. Wel is de begrenzing opgezocht. Op basis van het huidige onderzoek kunnen de volgende conclusies worden getrokken: • Vindplaats B en C zijn bij het eerdere proefsleuvenonderzoek afdoende begrensd. Mogelijk heeft vindplaats B wel een relatie met vindplaats RAAP2; • De begrenzing van vindplaats T dient te worden aangepast in zuidelijke richting; • Ter plaatse van het AMK-terrein 2372 zijn enkele proefsleuven aangelegd om de begrenzing vast te kunnen stellen. Voor dit terrein blijkt dat de zuidelijke helft is verstoord door post-Romeinse geulen en door moernering in de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd. In het niet verstoorde deel werd een antropogene ophoging (terp) aangetroffen bestaande uit afval-, schelp- en (verbrande) kleilagen (vindplaats RAAP3). Op basis van het aardewerk kan deze in de 2e eeuw worden gedateerd. Het vondstmateriaal wijst niet op ambachtelijke of industriële productie (zoals zoutproductie, kalkbranden, etc.) op de ophoging, maar op huishoudelijke activiteiten. Er heeft een haard of oven gestaan, maar sporen van een gebouw zijn niet gevonden. Op basis van parallellen elders kan dit echter wel het geval zijn geweest (eventueel in de vorm van een gebouw uit plaggen of een tijdelijke behuizing als een tent). • Ten zuiden van het voormalige woonwagenkamp en in de omgeving van vindplaats C werd een nieuwe vindplaats gevonden: vindplaats RAAP1. Deze vindplaats betreft een concentratie aardewerk uit zowel de Midden Romeinse tijd als de Volle Middeleeuwen, die aangetroffen is in een dunne kleilaag op de flank van een veenopduiking. Van vermenging als gevolg van postdepositionele processen lijkt geen sprake. Daarom lijkt geen sprake te zijn van vermenging en zal de veenopduiking pas na de Volle Middeleeuwen afgedekt zijn door poelafzettingen. • Langs de Havenweg, aan de noordzijde van het voormalige gronddepot en woonwagenkamp de Windhoek werd eveneens een nieuwe vindplaats aangetroffen: vindplaats RAAP2. Het gaat om een complex van verschillende greppels, waarin kwelderplaggen zijn gedumpt. Op verschillende plekken zijn tussen de greppels ook kwelderplaggen aangebracht. Er zijn geen vondsten aangetroffen, maar op basis van de stratigrafische positie lijken de greppels uit de (Midden) Romeinse tijd te dateren. Mogelijk hebben de greppels een relatie met vindplaats B, waar ook is waargenomen dat (kwelder)plaggen zijn teruggestort, in dit geval in veenwinningskuilen, en/of vindplaats RAAP3. • Ten oosten van de huidige bebouwing van het MOB-gebouw werd, op basis van kaartprojecties uit het vooronderzoek, de gracht van het Regter Kroonwerk verwacht. In de proefsleuven die op dit perceel zijn aangelegd werd deze echter niet gevonden, maar werd intact veen of moernering gevonden. Nadere analyse van een luchtfoto uit 1943 wijst uit dat de gracht onder het MOBterrein lag. Uitspraken over de gracht kunnen daarom op basis van het huidge onderzoek niet worden gedaan. • In de overige delen van het plangebied zijn vrijwel geen sporen aangetroffen in het veen. Lokaal zijn enkele ingravingen in het veen waargenomen, maar vondstmateriaal en andere sporen ontbreken. Verder zijn vooral insnijdingen van kreken en moerneringskuilen gevonden in de overige delen van het plangebied. Eventuele vindplaatsen in het veen zullen als gevolg daarvan reeds zijn verdwenen. De overige delen van het plangebied zijn daarmee vrijgegeven.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x5x-jpge
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-sm-jfvn
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:257497
Provenance
Creator RAAP Archeologisch Adviesbureau
Publisher Data Archiving and Networked Services (DANS)
Contributor Zeeland; RAAP Archeologisch Adviesbureau
Publication Year 2022
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; DANS License; https://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format jpg/jpeg file; vlmk5 database; excel xml; geography markup language; pdf portable document format
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (3.610 LON, 51.450 LAT); Zeeland; Vlissingen; Ritthem; Marinierskazerne/Havenweg; 49A (kaartblad)