In opdracht van de gemeente Borne heeft RAAP van 24 tot en met 26 januari archeologisch
proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in het kader van het project ?Bornsche Maten, deelgebieden De
Maten en De Horsten? in de gemeente Borne.
Het doel van het proefsleuvenonderzoek was het vaststellen van de archeologische waarde van het
terrein. Hiertoe was het noodzakelijk inzicht te krijgen in de precieze aard en omvang van de
vindplaats. In het verlengde daarvan is in kaart gebracht wat de consequenties zijn van de
onderzoeksresultaten voor de verdere planvorming in het plangebied. Is de archeologische vindplaats
behoudenswaardig, en, zo ja, kan deze behouden blijven of dient deze te worden opgegraven?
Tijdens het onderzoek zijn verspreid over het plangebied twintig proefsleuven aangelegd met een totaal
oppervlak van 1790 m2. Dit komt neer op een dekkingsgraad circa 5% van het totale onderzoeksgebied.
Het onderzoeksgebied bestaat uit een lage welving in een uitgestrekte beekoverstromingsvlakte die
zich kenmerkt door lemige zandbodems met ijzervlekken en hoge grondwaterstanden. In de nieuwe tijd
is dit gebied ontgonnen. Sporen van eerdere agrarische activiteiten stammen uit de ijzertijd/Romeinse
tijd en bestaan uit een restant van een vermoedelijke akkerlaag met scherven handgevormd aardewerk
in het oosten van het onderzoeksgebied. Daarmee geassocieerde grondsporen zijn niet vastgesteld.
Een meilerkuil getuigt van incidentele activiteiten van houtskoolbranders in de (vroege)middeleeuwen
toen het onderzoeksgebied dicht begroeid was met bos. Vanaf de zeventiende eeuw is het
onderzoeksgebied tot landbouwgrond ontgonnen en kleinschalig verkaveld middels houtwallen en
greppels. Mogelijk was er sprake van een vloeiweidesysteem. Het merendeel van de vondsten houdt
verband met agrarische activiteiten in de nieuwe tijd. Het gaat om vermoedelijk om materiaal dat met
huishoudelijk afval ter bemesting op de akkers is opgebracht. Het vroegste materiaal stamt uit de
zeventiende eeuw.
Er zijn in het onderzoeksgebied geen behoudenswaardige archeologische resten aangetroffen. Er is
geen aanleiding om over te gaan tot een meer grootschalige vorm van archeologisch onderzoek in de
vorm van een opgraving.
Het selectieadvies luidt: vrijgeven.