In opdracht van Dienst Landelijk Gebied heeft Grontmij een archeologisch Inventariserend Veld-onderzoek uitgevoerd in de vorm van proefsleuven. Het doel van het IVO was te onderzoeken of er archeologische resten aanwezig zijn en het vaststellen van de inhoudelijke en fysieke kwa-liteit daarvan teneinde tot waardestelling te kunnen komen. Hiervoor moest over een aantal va-riabelen duidelijkheid worden verschaft zoals werd aangegeven in het PvE. Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek kunnen de volgende antwoorden op de onderzoeks-vragen worden gegeven:• Zijn in het plangebied archeologische resten aanwezig?JaZo ja:• Wat is de aard en ouderdom van de aangetroffen archeologische resten? In het noordwestelijke gedeelte van het plangebied zijn drie palenrijen aangetroffen. De datering van de palen is onbekend, maar waarschijnlijk dateren ze uit de Late Middeleeuwen of de Nieu-we Tijd.• Wat is de ruimtelijke verspreiding (horizontaal en verticaal) van de archeologische sporen of structuren? Zoals gezegd zijn de palenrijen alleen aangetroffen in het noordwestelijke gedeelte van het plangebied. Ze zijn aangetroffen in de overslaggronden en konden worden vervolgd tot in de natuurlijke zandondergrond. • Wat is de fysieke kwaliteit (conserveringstoestand) van de aangetroffen resten? Verschillend. In werkput A konden de paaltjes niet worden behouden doordat ze vrijwel geheel vergaan waren. In werkput B konden wel paaltjes worden verzameld. Met name de aangepunte onderkant is meestal goed bewaard gebleven. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de grond-waterstand.• Wat is de archeologische waarde van de aangetroffen resten (kwaliteit, zichtbaarheid, zeld-zaamheid, contextwaarde)?Tijdens onder-havig onderzoek is geen duidelijke vindplaats aangetroffen. Hierdoor kan op alle punten in het schema, beleving, fysieke kwaliteit en inhoudelijke kwaliteit een lage score worden toege-kend.De vindplaats is niet behoudenswaardig.