Ede Uitvindersbuurt fase 1 en 2. Definitief archeologisch onderzoek

Van 19 juni tot en met 30 augustus 2007 (fase1) en 5 november tot en met 3 december 2007 (fase 2) is door BAAC bv een definitief archeologisch onderzoek (DAO) uitgevoerd op de locatie Uitvindersbuurt te Ede.In verband met herinrichting van de Uitvindersbuurt wordt alle bebouwing gesloopt en zal vervolgens nieuwbouw plaatsvinden. De werkzaamheden die hiermee gepaard gaan, vormen een bedreiging voor in de grond aanwezige archeologische sporen en vondsten. In 2006 is door ADC Archeoprojecten een proefsleuvenonderzoek in het plangebied uitgevoerd.2 Op grond van de resultaten is door de bevoegde overheid besloten over te gaan tot een definitief archeologisch onderzoek. Doordat het onderzoek volgend op de sloopwerkzaamheden diende te worden uitgevoerd, is in 2007 een deel van het terrein gefaseerd onderzocht. Tijdens fase 1 zijn de velden A, B en C onderzocht en fase 2 omvat een deel van veld I. De overige velden zullen naar verwachting vanaf eind 2009 onderzocht kunnen worden. Ook dit onderzoek zal gefaseerd worden uitgevoerd.

Tijdens het onderzoek is met name op bouwveld B maar ook op bouwveld A en in geringere mate op veld C een groot aantal sporen aangetroffen, waaronder 47 haardkuilen.80 De brandkuilen liggen niet geclusterd maar verspreid over bouwveld A en B. Tijdens het onderzoek zijn geen vuurstenen voorwerpen of andere vondsten aangetroffen. Wel zijn twee haardkuilen en een paalkuil door middel van 14C-onderzoek in het vroeg en midden mesolithicum gedateerd.

Het onderzoek op het westelijke deel van veld I heeft twee hoofdgebouwen, drie hooimijten, zes spiekers, een hutkom, drie waterputten, twee waterkuilen, greppels, (paal)kuilen en een haardkuil opgeleverd. Het merendeel van de structuren en sporen bevindt zich aan de westzijde van het opgegraven terrein. Aan de oostzijde zijn slechts één waterput en twee waterkuilen aangetroffen. De sporen en structuren behoren tot drie verschillende vindplaatsen; een laat neolithische vindplaats, een laat Romeinse vindplaats en een vroeg middeleeuwse vindplaats. Het vondstmateriaal bestaat voornamelijk uit handgevormd aardewerk. Het gedraaide aardewerk moet vanaf de midden Romeinse tijd tot in de vroege middeleeuwen gedateerd worden, met een nadruk op de laat Romeinse tijd. Het gedraaide aardewerk is echter alleen afkomstig uit de insteek van waterput 1 en 2 en moet dus grotendeels op het terrein hebben gelegen, ten tijde van de aanleg van deze waterputten. Het aardewerk geeft dus slechts een terminus post quem voor de waterputten en wellicht ook voor het gebruik van dit deel van de nederzetting. Neolithische vondsten zijn tijdens het onderzoek niet aangetroffen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-2bn-k5dr
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-kc19-ad
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:53767
Provenance
Creator Brouwer, M.C.; Daalen, S. van; Kalisvaart, C.C.; Krist, J.S.
Publisher BAAC bv
Contributor BAAC bv; Gemeente Ede
Publication Year 2013
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/pdf; image/jpeg; image/tiff; access / mdb; autocad / dwg
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.653 LON, 52.030 LAT); Uitvindersbuurt (EDEUB-1&2); Ede; Gemeente Ede; Gelderland