Twee IVO's door middel van boringen op twee lokaties, een te Leerbroek en een te Leerdam.

DOI

De locatie ligt in een komgebied waar veen en rivierklei elkaar afwisselen. Dit gebied is sinds de Late Middeleeuwen ontgonnen. In de ondergrond is mogelijk een rivierduin aanwezig; deze is echter niet aangetroffen binnen 4 m –mv. Het westelijke terreindeel is in ieder geval bewoond vanaf 1832 en mogelijk sinds de ontginning van het gebied in de Late Middeleeuwen. De bovengrond is hier ook enigszins vergraven, wat kenmerkend is voor locaties die langer bewoond zijn. Het oostelijke deel vertoont geen sporen van verstoring/bewoning. Voor het westelijke kan het archeologische verwachtingsmodel voor zover het middeleeuwse bewoning betreft, worden gehandhaafd, voor het oostelijke deel niet. De verwachting dat er op de top van het rivierduin bewoningssporen uit het Neolithicum–IJzertijd kunnen worden aangetroffen kan worden ontkrachtigd. Zelfs als dit rivierduin nog beneden 4 m –mv wordt aangetroffen, kan op basis van de zeespiegelcurve voor West-Nederland (De Mulder et al. 2003) worden aangenomen dat dit duin in ieder geval voor 4000 BP verdronken moet zijn.De locatie ligt op de Schoonrewoerdse stroomgordel. Er worden oeverafzettingen op beddingafzettingen aangetroffen. In het uiterste zuidwesten is een restgeul aangetroffen. Deze stroomgordel is actief geweest van 4520 tot 3700 BP en kan archeologische sporen uit de periode Neolithicum–Late Middeleeuwen bevatten.Uit het bureau-onderzoek is gebleken dat er weinig archeologische waarnemingen zijn gedaan in de omgeving van de locatie. Tijdens het booronderzoek is vastgesteld dat de bodem op een groot deel van het terrein geroerd is, tot maximaal 160 cm –mv. Er zijn geen dateerbare indicatoren aangetroffen, op puinresten, baksteen, recent aardewerk en steenkool na. Deze indicatoren wijzen op activiteit in de Nieuwe Tijd. In enkele boringen werd houtskool aangetroffen en in boring 13 bot. Dit zijn niet-dateerbare indicatoren. Al met al kan worden geconcludeerd dat het op basis van dit uitgevoerde verkennende booronderzoek niet mogelijk is om uit te sluiten dat er geen bewoning heeft plaatstgevonden voorafgaand aan de Nieuwe Tijd. Daar de bodemverstoring niet overal even diep is, is de kans groot dat er ook nog archeologische sporen op het terrein aangetroffen kunnen worden.

Issued: 4 maart 2008

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zz3-s688
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zz3-s688
Provenance
Creator Archaeological Research en Consultancy; Wullink, A.J.; Blom, drs M.C.
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M.C. Blom; ARC bv
Publication Year 2010
Rights CC0 1.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Contact M.C. Blom (ARC bv)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/csv; application/pdf; text/plain; text/xml; text/comma-separated-values
Size 892; 165; 149; 193; 329; 293; 287; 354; 207; 716; 178958; 113; 51; 70; 527; 6406; 7157; 27095; 219; 82; 65; 150; 194; 294; 223; 79; 46; 141; 366; 5508; 7397; 407; 531; 689; 408; 104; 373; 4571; 2642378; 2633479; 50; 92; 48; 344; 305; 59; 56; 181; 78; 139; 89
Version 2.0
Discipline Humanities