Toen deze man als dienstplichtige naar Indië moest, zag hij dat als een noodzaak. Hij had zich vrijwillig opgegeven vanwege de valse belofte dat hij eerder terug mocht als hij dat deed. In Indië zat hij hier op het Bureau Betaalmeester, dat de officieren uitbetaalde en roepia's terugwisselde voor guldens. Hij had niets te maken met gevechtshandelingen en in zijn vrije tijd deed hij leuke dingen, als uitgaan of sporten. Na de soevereiniteitsoverdracht verzocht hij om vroege repatriëring en kreeg die, zodat hij in september 1950 kon beginnen met zijn studie rechten in Leiden. Hier was hij vanaf het begin bij de Hap van Jan.