Uit de begeleiding komt naar voren dat in het onderzoeksgebied sprake is van veel bodemverstoring in verband met de bestaande weg in het gebied. Aan de oostzijde van de weg is binnen het cunet geen esdek aanwezig, de berm is hier recent vergraven. Bij de inspectie van de nieuw aangelegde sloten is hier wel een esdek waargenomen in het zuiden van het gebied. Hierin zijn in het profiel lokaal spitsporen zichtbaar tot in de onderliggende podzolhorizonten in het dekzand. Ook aan de westzijde van de weg is in een groot deel van de ontgraving ten behoeve van het cunet de bodem verstoord. In het zuiden van de locatie is aan deze zijde van de weg sprake van een zone met een onverstoord restant van een esdek en zijn hieronder enkele esgreppels aangetroffen. Omdat het een sterk homogeen pakket betreft, waarin heel weinig tot geen bijmenging van puin en huisafval voorkomt en de overgang van esdek naar dekzand C-horizont erg scherp is, stamt het esdek vermoedelijk uit de nieuwe tijd.Bij de inspectie van de nieuw aangelegde bermsloten parallel aan de weg zijn enkele perceelsloten aangetroffen, in totaal negen. Deels komen deze overeen met de 19e eeuwse verkaveling zoals aangegeven op historische kaarten, Op basis hiervan dateren de sloten uit de 19e eeuws en kunnen van oorsprong ouder zijn dan de 19e eeuw. Enkele sloten zijn niet op historische kaarten aangegeven. Mogelijk maken zij deel uit van een verkaveling met smallere percelen, die ouder is dan de kadastrale minuut uit 1811-1832. Gezien de vermoedelijk datering van het esdek moeten alle sloten in de nieuwe tijd worden gedateerd aangezien dit de ontginningsperiode van het gebied is. Tijdens het onderzoek is geen vondstmateriaal aangetroffen.