Het onderzoek vond plaats in verband met de ondertunneling van de spoordijk voor een fiets- en voetgangersroute voor de doorsteek vanaf de hoek Haringvlietstraat-Douwelerwetering naar het Sportpark Rielerenk. Het tunneltracé ligt op de overgang van de zuidelijke rand van de dekzandrug van de Rielerenk naar lager gelegen afzettingen van overloop en/of doorbraakgeulen van de IJssel. Het is mogelijk dat deze doorbraakgeulen zich in een ouder beekdal hebben gevormd.
Tijdens het onderzoek zijn geen sporen van betekenis aangetroffen. Bij het ontgraven van het zuidelijke deel van het onderzoeksgebied kwam de kort daarvoor gedempte spoorsloot weer aan het licht. Tegen de verwachting in werd in het noordelijke deel van het onderzoeksgebied de verwachte anti-tankgracht niet
aangetroffen. Deze tankgracht lag op dit punt echter relatief dicht langs het spoor en is mogelijk bij het graven van de moderne spoorsloot al vergraven geraak