In opdracht van de gemeente Oude IJsselstreek heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in juni 2008 een bureauonderzoek en een geofysisch veldonderzoek (grondradaronderzoek) uitgevoerd op het terrein van het voormalige kasteel Wisch te Heuven in de gemeente Oude IJsselstreek. Doel van het onderzoek was het inzicht verwerven in de opbouw van het kasteelterrein en de aanwezigheid van eventuele resten van het kasteel. Het bureauonderzoek heeft uitgewezen dat het kasteel op een rivierduin ligt. Het noordwestelijke deel van het rivierduin is in de jaren ‘80 van de vorige eeuw afgegraven en de hoogte is destijds geëgaliseerd. Het rivierduin werd omgeven door een gracht. Op het kasteelterrein zijn diverse aardewerkscherven en bouwfragmenten verzameld. Het geofysisch onderzoek heeft uitgewezen dat het kasteelterrein aanmerkelijk groter is dan aanvankelijk werd gedacht. Gebleken is dat structuren die tot het kasteel gerekend kunnen worden, zich mogelijk buiten de grenzen van het archeologisch monument uitstrekken. Uit de onderzoeksresultaten is voor het eerst een duidelijk inzicht verkregen in de uitleg van het kasteel. Het kasteel bestond uit een voorburcht en een afzonderlijk omgrachte hoofdburcht. Het geheel was omgeven door een brede gracht. In het zuidwesten bevond zich een dubbele gracht die mogelijk werd gescheiden door een wal. Er zijn geen aanwijzingen gevonden voor de aanwezig heid van funderingen in de bodem. Uit de vondst van diverse fragmenten bouwmateriaal kan verondersteld worden dat het kasteel bestond uit een in tufsteen en zandsteen opgetrokken toren. De dakbedekking bestond uit leisteen. Bovendien is gebleken dat het een mottekasteel betrof. Het kasteel was aangelegd een kunstmatige verhoging. In het geval van het kasteel Wisch heeft men een natuurlijke hoogte (rivierduin) ten behoeve van de bouw van de hoofdburcht circa 2 tot 3 m opgehoogd. Het terrein van de voorburcht werd minder opgehoogd. De oorsprong van het kasteel ligt in de tweede helft van de 12e eeuw; het in onbruik raken van de versterking heeft vermoedelijk in of direct na de 14e eeuw plaatsgevonden. Het onderzoek heeft tevens uitgewezen dat het gehele noordwestelijke deel van de hoofdburcht in de loop van de tijd is afgegraven. Dit is mogelijk de reden dat tijdens onderhavig onderzoek geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van funderingen zijn aangetroffen. Op grond van de onderzoeksresultaten wordt aanbevolen om de begrenzing van het kasteelterrein met behulp van een booronderzoek nader in kaart te brengen. Op basis van de uitkomsten van een dergelijk onderzoek kunnen de grenzen van het monument worden aangepast. Een booronderzoek kan bovendien meer inzicht verschaffen in de op grond van het geofysisch onderzoek veronder stelde indeling van het kasteelterrein. Voorts wordt aanbevolen om alle van het terrein afkomstige vondsten te documenteren en ond te brengen in een depot of een museum. Ten slotte wordt geadviseerd om bij het terrein van he archeologisch monument een informatiepaneel te plaatsen.