Tot de projecten uitgevoerd in het kader van de Maaswerken behoorden de realisaties van nieuwe kaden, voor bescherming tegen hoogwater, bij Gennep, Mook en Middelaar alsmede te Venlo en te Roermond.
BAAC bv heeft in het voorjaar van 2003 een Inventariserend Veldonderzoek op zes deelgebieden bij Gennep, Mook en Middelaar uitgevoerd.
In Venlo en Roermond is geen IVO uitgevoerd omdat het kadetracé daar grotendeels in verstoorde grond binnen de bebouwde kom lag. De mogelijkheden voor preventief onderzoek waren hier miniem. Door de ROB is voor de kadetracés in Venlo en Roermond een Verklaring van Voltooiing van Preventief Onderzoek afgegeven.
Naar aanleiding van de resultaten van de kartering is door het Projectteam Archeologie voorgesteld om geen waarderend onderzoek in de vorm van proefsleuven uit te voeren, maar wel (pro-)actieve uitvoeringsbegeleiding.
Deze uitvoeringsbegeleiding heeft in de periode mei-december 2005 plaatsgevonden, uitgevoerd door Becker en Van de Graaf.
De archeologische begeleiding van de heraanleg van de Maaskaden in Gennep heeft op vier locaties archeologische sporen opgeleverd. Bovendien kon een vijfde locatie worden bevestigd als vindplaats. In drie van de vier aandachtsgebieden werden daadwerkelijk archeologische sporen aangetroffen. In Middelaar werden in MID 1-4 verschillende paalsporen en kuilen vastgesteld op de top van de rivierduin, die vermoedelijk alle uit de IJzertijd dateren. Te Milsbeek werden in kadevak KA-8 eveneens sporen van bewoning uit de IJzertijd vastgesteld op de rand van de rivierduin, waarbij drie palenclusters vermoedelijk samenhangen met evenzoveel structuren van bijgebouwen. Tenslotte werd op een rivierduin langs de Niers in zone FB te Ottersum een kuil vastgesteld, die mogelijk uit het laat-Neoliticum of de Bronstijd dateert. In zone BA-1 te Ottersum werd een randfragment van een mortarium gevonden, die wijst op bewoning in de Romeinse Tijd in de nabije omgeving.
Tijdens de actieve begeleiding werden slechts op één locatie sporen vastgesteld. In het zuidoosten van MID 2-1 werd vermoedelijke natuurlijke depressie vastgesteld met Vroeg-Middeleeuws aardewerk in de vulling, naast resten uit de eerste helft van de Nieuwe tijd en de 20e eeuw.
Noch in Venlo, noch in Roermond werden tijdens controle van de werken archeologische resten vastgesteld. Eén mogelijk voor bewoning aantrekkelijk gebied in kadevak Zuiderbrug bleek bij nader onderzoek verstoord. De lage verwachtingen van deze zones werden dus bevestigd.
Algemeen beschouwd is het duidelijk dat tijdens het onderzoek in de zone Mook-Middelaar-Milsbeek en Ottersum de bewoningssporen doorgaans worden vastgesteld op de overgang van de rivierduinen naar het lagergelegen rivierdal. Aangezien dit ook de enige plaatsen zijn waar de natuurlijke bodem zich hoger dan 0,50 m t.o.v. het maaiveld bevond, dienen deze resultaten met enig voorbehoud te worden geïnterpreteerd; vermoedelijk strekken de nederzettingen zich nog verder uit op de flanken en de top van de rivierduinen. Bij ontgravingen met beperkte diepte dient de aandacht vooral uit te gaan naar deze locaties.
Het uitvoeren van proactieve begeleiding in plaats van het uitvoeren van een waarderende fase van het IVO is in dit geval een goede keuze geweest. Het is sterk kostenbesparend en heeft de voortgang van het kadeproject en het werk van de civiele aannemer niet belemmerd.
